Puglia is een provincie in het zuiden van Italië en vult de zogenoemde ‘hak’ van de laars met prachtige stadjes en fijne plekjes. Puglia wordt steeds populairder onder Nederlanders en dat is logisch. Deze zuidelijke provincie is niet alleen mooi qua landschap, het geeft je ook de mogelijkheid om cultuur, natuur, stad en strand te combineren. Een ideale uitvalsbasis voor een lekkere zomervakantie. Puglia is met name in de zomer in trek en zelfs tot oktober heb je gegarandeerd overwegend mooi en warm weer. Omdat Puglia groot is, is een rondreis de beste manier om dit mooie deel van Zuid-Italië te ontdekken. We reisden van noord naar zuid en hebben zoveel leuke en bijzondere plekken ontdek. We hebben ze allemaal voor je verzameld!
Hoe kom je er? De makkelijkste manier om in Puglia te komen is door te vliegen naar Bari of naar Brindisi. Vanaf daar kan de rondreis door Zuid-Italië pas echt beginnen. De mooiste plekken die je niet mag missen hebben wij voor je verzameld!
Italië is natuurlijk het land van lekker eten en goede wijn. Wat dacht je van olijven, burrata en enorm veel soorten pasta. De standaard pasta zoals wij die in de winkel hebben liggen, ga je hier niet snel vinden. Iedere regio heeft namelijk haar eigen pasta. In Puglia tref je vooral de ‘orecchiette’ pasta aan, die ook wel de oortjespasta worden genoemd. Minder bekend, maar wel echt een aanrader om eens te proberen zijn de ‘panzerotti’. Een soort kaassoufflé, maar dan gehuld in een oliebol. Klinkt misschien gek, maar je moet het écht proberen. Wist je overigens al dat in Italië de espresso bijna overal rond de 1 euro kost? Dat is een soort heilige prijs en de ongeschreven regel is dat een kopje koffie niet zomaar duurder mag zijn. Dat geldt dan overigens wel voor de ’to go-versie’ die je direct op het terras of aan de bar nuttigt.
Matera is één van de grotere steden in het noorden van de provincie Puglia en ligt nog wat hoger dan de hak van de laars van Italië. Matera bezoek je vooral om de bekende Sassi te bekijken. Sassi zijn grotwoningen, die allesbehalve groot en luxe zijn. Er is weinig daglicht en de sanitaire omstandigheden waren hier vroeger allesbehalve goed. Zeker omdat men hier soms wel met 11 personen (!) samenleefden. In diezelfde ruimte waren vaak ook nog dieren aanwezig. Je kunt je dus voorstellen dat het sterftecijfer erg hoog was. Op een gegeven moment heeft de overheid ingegrepen en mochten mensen niet meer in de Sassi wonen. Doe tijdens je bezoek mee aan een stadstour en je krijgt de mogelijkheid om een kijkje te nemen in een oude Sassi (mini museum).
Tegenwoordig mag er wel weer gewoond worden in de Sassi, maar wel op voorwaarde dat je de woning renoveert en verbetert. Echter zijn er ook generaties die zijn opgegroeid in de ‘oude Sassi’ en zij kijken met afschuw terug naar die omstandigheden. Zij zullen voor geen goud meer teruggaan. Naast woningen, zijn er ook twee bijzondere Sassi Kathedralen te bewonderen. Die zijn beneden aan de berg te vinden, waar je ook een fantastisch uitzicht over de groene vallei hebt, waar Matera aan ligt. Overigens heb je het mooiste uitzicht over de Sassi vanaf het Piazza Vittorio Veneto plein. Met de kathedraal op de achtergrond is dit een plaatje dat door veel mensen en kunstartiesten gewaardeerd wordt.
De Sassi zijn letterlijk op elkaar, tegen de berg op, gebouwd. Hierdoor is een wirwar aan straatjes, trappetjes en doorgangetjes ontstaan. Eén ding is dan ook zeker; je gaat flink wat zweten en calorieën verbranden tijdens het bezoek aan Matera. Een rustpauze en wat lekkers heb je dus wel verdiend.
Dit kleine stadje staat vooral bekend om het mooie strandje dat geklemd ligt tussen twee rotswanden. Dat in combinatie met het helderblauwe water en een licht kiezelstrand, maakt een prachtig plaatje. Er is dan ook al menig foto vanaf de brug gemaakt. In Polignano a Mare combineer je een lekkere strandmiddag met het gezellige oude centrum in de avond.
De kleine straatjes in het oude centrum hebben het heerlijke Italiaanse sfeertje en leveren stuk voor stuk mooie plaatjes. Ga op zoek naar de witte trap met het gedicht dat geschreven is op de treden. Het kan in de avond flink druk zijn, dus ga er niet te laat naar toe. Leuke hotspot die wij gesignaleerd hebben is de bar en winkel Cactus (Via S. Benedetto 37).
Alberobello is waarschijnlijk de grootste trekpleister van de regio. In Alberobello kun je maar beter de camera bij de hand houden, want hier zijn de bekende trulli-huisjes te vinden. De huisjes werden vroeger zo gebouwd, dat ze, wanneer de belastingcontrole langs kwam, ook met een rap tempo konden worden afgebroken. Zo werd de belasting met succes ontdoken. Inmiddels behoren de trulli huisjes tot het Unesco werelderfgoed en mogen ze uiteraard niet meer worden afgebroken.
Op het platteland rondom Alberobello doen de huisjes nog echt dienst, al wonen er niet veel mensen meer in. Ze dienen vooral als schuur of extra verblijf. Voor veel huisjes geldt dat ze inmiddels ook wel van fundering zijn voorzien. In het stadje Alberobello hebben de trulli vooral een toeristische functie. Het zijn pandjes voor winkeltjes en restaurantjes.
Dwars door Alberobello heen loopt een ‘boulevard’. Hier zitten wat grotere horeca en restaurants. Vanaf de boulevard kun je aan de ene kant de smalle trulli straatjes in, waar vooral veel souvenirshops zitten. Enkele ondernemers maken slim gebruik van hun pand. Bij aankoop van een product, mag je een kijkje nemen op het dak, zodat je van het uitzicht kunt genieten.
Ben je in Puglia, dan mag Ostuni zeker niet worden overgeslagen. Dit karakteristieke dorpje met haar witgekalkte huizen en smalle straatjes, is fantastisch om te zien. Het ligt hoog op een berg, waardoor de stad bijna een 360 graden uitzicht over de regio heeft. Dat alle huizen wit gekalkt zijn, is geen toeval. De inwoners zijn verplicht om, met subsidie vanuit de overheid, de muren jaarlijks weer wit te kalken. Het is dan ook niet voor niks dat je veel van dit stadje al eens op Instagram voorbij hebt zien komen. Met name het muurtje met de groen blauw geschilderde muur bij het uitzichtpunt op Via Brancasi (google porta del paradiso), trekt fanatieke Instagrammers. In de zomermaanden kan er zelfs een ware rij ontstaan.
Vooral het oude centrum van Ostuni is mooi om te zien, maar daardoor ook drukbezocht. Het is mogelijk om zelf rond te lopen en de mooiste plekjes te zoeken (oude centrum is klein), maar er rijden ook tuk tuk’s rond die precies weten waar jij het beste kunt poseren. Heb je voldoende tijd, ga dan op zaterdagochtend naar het andere (nieuwere) deel van Ostuni. Hier komen bijna geen toeristen, maar begeef je je onder de locals die naar de wekelijkse markt gaan.
Zodra je rondrijdt in de provincie Puglia, wordt één ding snel duidelijk; het landschap heeft olijfbomen. Véél olijfbomen. Het overgrote deel van de olijfbomen in Italië staat dan ook hier in de grond en vooral in de regio Salento zie je de bomen op elk stukje platteland. Naast dat het heel lekker is om hier je brood in de olijfolie te dopen, is het ook nog eens gezond voor je. In de extra vierge olijfolie zitten namelijk veel vitaminen die goed zijn voor het lichaam.
Olijfolie is olijfolie zullen veel Nederlanders denken, maar niets is minder waar. Want ook in de supermarkt bij ons krijgen we al de keuze tussen gewone en extra vierge olijfolie. Wat dat verschil is en hoe de smaak kan veranderen, daar kom je achter zodra je een proeverij gaat doen. Van zoet naar pittig en bitter of met een extra toevoeging van lemon. Klein tipje van de sluier; extra vierge of niet heeft te maken met het bereidingsproces en de kwaliteit. Extra vierge is een stuk duurder en wil je vooral gebruiken voor pure consumptie zoals op brood of bij een salade. De gewone olijfolie is vooral bedoeld om lekker in te bakken.
Overigens kennen ze in Italië nog een derde categorie; lampenolie. Die olie mag, zoals het al doet vermoeden, alleen gebruikt worden om de lampjes aan te steken en zeker niet om geconsumeerd te worden.
Helaas maar waar; er is de laatste paar jaar een bepaalde bacterie in de olijfbomen terecht gekomen, waardoor de bomen flink beschadigd raken. Een groot deel van de bomen overleeft de bacterie zelfs niet. De overheid heeft te laat ingegrepen, waardoor grote plantages soms al niet meer te redden zijn. Er wordt momenteel gekeken naar andere soorten olijfbomen. Echter, hebben die een ander uiterlijk (meer bosjes, dan bomen) waardoor het landschap zeer waarschijnlijk enorm gaat veranderen.
Dat Italianen graag goed gekleed over straat gaan, is algemeen bekend. Niet voor niks dat Milaan de modestad van Europa is. In het zuiden van Puglia vind je de stad Lecce, dat ook wel de hippe hoofdstad van dit deel is. Zodra je de stad via één van de stadspoorten betreedt, valt je direct op dat het aanbod aan winkels hier anders is dan in alle kleine kustplaatsjes. Hier veel minder aandacht voor souvenirs, maar mooie kledingstukken, design en ambachtswerk. Ben je op zoek naar handmade leren slippers of een uniek kledingstuk, dan zit je hier wel goed.
Dat het een hippe stad is, zit hem overigens niet alleen in de winkels. Lecce beschikt, net zoals steeds meer grotere steden in Europa, over een huursysteem met elektrische stepjes. Zo kun je met gemak (maar soms ook wel een beetje gevaar voor eigen leven) door de straatjes crossen. Daarmee combineer je het aangename met het nuttige, want je kunt de highlights van de stad sneller afvinken. Niet te missen is in ieder geval het amfitheater op het Piazza Sant’Oronzo. Probeer die rond 12.00 uur in de middag te bezoeken. Dan komt er namelijk Italiaanse muziek uit de boxen op het plein, wat je helemaal in Italiaanse sferen brengt.
Helemaal onder in de laars ligt een heerlijke kustlijn met kleine dorpjes en baaitjes. Het gebied wordt ook wel de Malediven van Italië genoemd en zodra je het helderblauwe water ziet, snap je direct waarom. Het is een aanrader om met de auto van de oostkust naar de westkust te rijden en hier en daar te stoppen bij een lekker strandje. De oostkust kent vooral kiezelstranden, maar hoe verder je richting de westkust komt (met name na Leuca) des te meer de kiezels in zand veranderen. In het voorjaar zijn langs de kust ook grote velden met klaprozen te spotten, die helaas aan het einde van de zomer wel weer zijn verdwenen doordat de zon er flink wat uren op heeft gestaan.
Zeg je ja tegen lekkere strandjes, afgewisseld met dorpjes? Dan is dit een leuke route langs de kust in het zuiden. Oftewel het onderste puntje van de laars. Onthoud wel dat je vaak moet betalen voor een bedje met parasol, wat gezien de kiezels natuurlijk wel een aanrader is. In het hoogseizoen kan het ook flink druk zijn en moet je óf echt op tijd aanwezig zijn óf een reservering maken.
Puglia is minder bekend dan Toscane, maar zeker niet minder aantrekkelijk! Zin in een reis naar Puglia? Lees dan deze reistips nog even goed door.