Mocht je een echte wintersporter zijn en nog nooit in de Dolomieten geskied hebben, dan wordt het de hoogste tijd om daar verandering in te brengen. En als er één skigebied is dat er met kop en schouders bovenuit steekt – en waar je écht een keer naartoe moet – dan is het Val Gardena. Zeker wanneer je een foodie bent, dus gek op eten en drinken.
Skiën in de Dolomieten is zo anders dan in andere delen van de Alpen. Het uitzicht is geweldig mooi en niet te vergelijken met dat in Frankrijk en Oostenrijk; het zijn vooral de rotspieken die voor een oogstrelend mooi landschap zorgen. Vanuit de skilift zie je soms zeer indrukwekkende rotsmassa’s opdoemen, alsof je naar een schilderij kijkt. Maar ook wanneer je aan het skiën bent zie je links en rechts zoveel moois om je heen, dat het soms lastig is om je aandacht bij de piste te houden.
Maar ook de berghutten dragen bij aan een compleet andere wintersportbeleving: de Italiaanse gastronomie doet namelijk de rest. De Italianen houden van lekker eten – dat weet je – en nemen daar graag de tijd voor. Daarom is een dag skiën in Val Gardena eerder een culinaire skisafari dan een normale wintersportdag. Je drinkt er de lekkerste warme chocomelk die je ooit geproefd hebt, die zo lekker dik is dat je er bijna een lepel voor nodig hebt, en tussen de middag komen luxe visgerechten, pastagerechten en topwijnen op tafel. Het is soms lastig om keuzes te maken: tiramisu concurreert hier met geweldige afdalingen. Het is een wintersportparadijs waar foodies heel erg blij van gaan worden.
Tijdens mijn tweede wintersport in Val Gardena verblijven we eens niet in een hotel in een van de dorpen in de vallei, maar op de boerderij. Op een vakantieboerderij in het plaatsje Bulla dat een minuut of tien rijden van Ortisei ligt. Op de berg wel te verstaan: hier word je wakker met uitzicht op de pistes waar je een uurtje later vanaf skiet. En daar begint de culinaire safari in feite al. Boerin Tanja maakt iedere ochtend voor ons een ontbijtje klaar en dat is het perfecte begin van de dag. Verse sapjes, eieren van eigen kippen en kaas en worst van omliggende boerderijen.
We beginnen de dagen bij een van de skiliften in Ortisei, omdat dat de dichtst bijzijnde skilift is. Hoewel het de eerste dagen sneeuwt hebben we veel geluk met het veel; grote delen van de week is het zonnig en dan lonken al die leuke terrasjes van de berghutten die we vanuit de lift zien liggen. Zeker aan de kant van Ortisei zijn zoveel leuke berghutten te vinden. We beginnen onze dagen daarom heel vroeg – de eerste lift omhoog – om niet alleen heel veel te kunnen skiën, maar om ook te kunnen genieten van alles wat Val Gardena op culinair gebied in petto heeft.
Eén van de absolute must-do’s in Val Gardena is het skiën van de Sella Ronda. De legendarische skitour rondom het Sella-massief die je in een dag kunt doen. De tour zelf is ruim 40 kilometer en iedere gemiddelde skiër kan ‘m doen. Je kunt namelijk kiezen of je voor de relaxte variant of de wat pittigere variant gaat.
Op zonnige dagen zal je zeker niet de enige zijn die aan deze tour begint en sta je soms even te wachten bij de lift, maar de afdalingen zijn het waard kan ik je beloven. Daarom is het misschien wel slim om juist niet de meest zonnige dag van jouw wintersportvakantie uit te kiezen voor het skiën van de Sella Ronda, want dat doet iedereen. En het is wel slim om heel vroeg te beginnen; het liefst met de eerste lift omhoog. Dan zijn de pistes nog heel erg goed en ben je de grote massa wellicht net voor.
Onderweg kun je gewoon de bordjes volgen, je moet je best doen om ergens een verkeerde afslag te pakken. Met hier en daar een extra afdaling – of dezelfde afdaling twee keer omdat ‘ie zo lekker is – is de Sella Ronda een dagvullend programma en een absolute must doe. Omdat het gewoon heel erg tof is om de hele ronde af te maken en daarna met een Aperol Spritz na te genieten in het zonnetje.