Zuid-Tirol telt maar liefst 20 sterrenrestaurants. Niet gek dus dat alle andere restaurants zich optrekken aan dit hoge niveau. Dat zorgt ervoor dat je bijna bijna overal in deze regio heerlijk kunt eten. Een combinatie van Alpentradities en Mediterrane smaken zorgen voor een diversiteit aan smaak en leuke combinaties. Knödel en spaghetti vind je hier dus naast elkaar op de menukaart.
Specialiteiten
Knödel:
Het ontstaan van de knödel is een apart verhaal. Het schijnt dat hongerige soldaten een boerderij overvielen op zoek naar voedsel. Maar de boerin des huizes had niets in huis. Het enige wat ze had was hard brood, uien, eieren, buikspek en meel. Dit mengde zij tot een geheel en maakte hier ballen van. Dit kookte ze in zout water waarna de soldaten smakelijk hun bord leeg aten. Waarschijnlijk is het recept van generatie op generatie doorgegeven en is het nu een onmisbare specialiteit.
* Feitje: Eet knödel nooit met een mes, dit steekt de chef in zijn hart.
Speck:
Echt Zuid-Tirols buikspek is vandaag de dag zeldzaam. Het wordt gemaakt van vlees van varkens die zijn geboren op Zuid-Tiroolse boerderijen en niet genetisch gemodificeerd voer te eten krijgen. Speck is ontstaan doordat men in het noorden vroeger vlees bewaarde door het te roken, en in het zuiden werd het gepekeld. In Zuid-Tirol rookten en pekelden men het vlees en zo ontstond er een rauwe ham die de mediterrane en alpinesmaak met elkaar combineert. Heerlijk in dunne plakjes voor bij de borrel of op een stukje brood.
Wijn:
Zuid-Tirol is de oudste wijnregio in Duitstalige landen. Er groeien 20 verschillende soorten druiven op 2.000 hectare. De wijnen die geschonken worden zijn echt heerlijk. Niet voor niets dat 27 wijnen bekroond zijn met de ‘drie glazen’ van de Italiaanse wijngids ‘Vini d’Italia 2014’.
Appels:
In het midden van Zuid-Tirol zijn de fruitboomgaarden te vinden, hier staan zo’n 40 miljoen appelbomen. Ongelofelijk veel en gezamenlijk leveren zij dan ook zo’n 900.000 ton appels per jaar op. Door het klimaat en de 300 dagen zon per jaar hebben de appels een stevige bite en zijn ze heerlijk sappig. Door de warmte overdag zijn de appeltjes zoet en krijgen ze een mooie kleur. De lage temperaturen in de nacht zorgen voor een fris aroma en stevig en knapperig vruchtvlees. Grote kans dat er bij aankomst in je hotel een lekker appeltje op je ligt te wachten.
Uit eten in Zuid-Tirol:
Uit eten is in Zuid-Tirol echt een feestje. Wij aten bij restaurant Sichelburg. Na 9 heerlijke gangen waren we eindelijk uitgegeten. Creaties die lijken op stillevens worden opgediend. Bijna zonde om op te eten zo mooi! Neem een kijkje op de website voor nog meer restaurants waar je heerlijk kunt eten.
Feitjes:
* Drink geen cappuccino in de middag en al helemaal niet na het eten;
* Pasta snijden is NOT DONE;
* 12 procent van de Europese appeloogst komt uit Zuid-Tirol.