Op een paar kleine eilanden in de Stille Oceaan na is er voor ons geen plek op aarde zo ver weg als Nieuw-Zeeland. Er is ook geen land zo avontuurlijk als Nieuw-Zeeland. Waar het barst van de groene fjorden, spuitende geisers, weergaloze regenwouden en ongerept niemandsland. Als je ooit hebt gedroomd van onbezorgd rondreizen in een camper, whisky drinken bij een zelfgemaakt kampvuur en ’s morgens douchen in de ijskoude rivier, is dit het land van je dromen.
Nieuw-Zeeland bestaat uit twee grote eilanden – het Noordereiland en het Zuidereiland – en een paar kleintjes. Het land is ontstaan door vulkanische activiteit, doordat Nieuw-Zeeland precies op de Ring van Vuur ligt, het ringvormig gebied rondom de Grote Oceaan waar tektonische platen over elkaar heen schuiven.
Het fascinerende aan beide grote eilanden is dat het eigenlijk zes landen in één zijn, want na elke honderd kilometer die je aflegt, ontvouwt zich een compleet nieuw landschap – de ene keer groen, glooiend en rustgevend, de andere keer ruig, grillig en overdonderend. Niet alleen zijn het Noordereiland en Zuidereiland heel verschillend qua landschap, ook op elk eiland zelf val je van de ene verbazing in de andere. De stabiele factor is de ongekende gastvrijheid van de ‘kiwi’s’. De locals zijn zeer sympathiek en vooral trots op hun land. Dat kan ook bijna niet anders, als je dit land je thuis mag noemen.
Van het uiterste puntje in het noorden, is het zo’n tweeduizend kilometer rijden tot je in de zuidelijkste punt bent. Voor deze reis naar Nieuw-Zeeland moet je de tijd nemen: minimaal drie tot vier weken, hoewel je ook na zes weken ook tot de conclusie zult komen dat je nog lang niet alles gezien hebt. En er is ook eigenlijk maar één manier om dit natuurparadijs op z’n puurst te ervaren, en dat is met de camper. Ga kamperen en blijf zo dicht mogelijk bij de natuur, want dan zul je het rijkdom van Nieuw-Zeeland pas echt ervaren.