Frankrijk blijft een van de meest populaire vakantiebestemmingen voor Nederlands. Het is het land van de Tour de France, de wijnen en de ontelbare kazen en natuurlijk het roemruchte verleden waarvan veel aan historie is terug te vinden in de Loire. Eigenlijk spelen alle steden aan de langste rivier van Frankrijk (1.012 km) wel een rol in de geschiedenis. Een groot van deel van het gebied van de Loire is ook terug te vinden op de werelderfgoedlijst van UNESCO en dat is niet zonder reden.
Het is de streek van de beroemde kastelen van Chambord, Cheverny, Chenonceau, Chaumont en Amboise: het zijn er alleen te veel om op te noemen. Boven de grond is er wat dat betreft genoeg te zien maar in de Loire is er ook een wereld onder de grond. De duistere wereld van kilometerslange grotten waar de Loire-wijnen liggen te rijpen en misschien iets wat minder bekend is, de wereld van de champignons. Want wie denkt dat champignons alleen groeien in bossen en op velden (of tegenwoordig ook veel in special champignonkwekerijen) vergist zich lelijk. De lekkerste champignons groeien in grotten, het liefst zo diep en donker onder de grond als mogelijk. Hier is het vochtig en er is een constante temperatuur. Zo’n driekwart van de landelijke champignonproductie komt uit deze streek en veel daarvan worden onder de grond gekweekt.
Wie dat weleens wil zien raden we aan af te reizen naar La Cave des Roches in Bourré (Loir & Cher). Deze champignonkwekerij is een labyrint van 120 km grotten op zeven niveaus. En dan zijn er de gidsen die ook nog menen dat zij er de weg goed kennen. Het is gekkenwerk in deze ondergrondse wereld waar soms nummers op de muren verwijzen naar de locaties in de grot, mocht je een keer verdwalen. La Cave des Roches is onderdeel van een gebied waar zich duizenden kilometers aan grotten bevinden. Jaarlijks trekken deze grotten meer dan 13.000 bezoekers per jaar.
Onder de grond is er een constante temperatuur van 12 graden. Te koud voor alleen een t-shirt (dat hebben we wel gemerkt) en te warm voor een winterjas, maar bijzonder is het er zeker want hier groeit onder andere de shiitake. Deze van oorsprong Japanse champignons zijn zeer gewild in landen als Indonesië. De shiitakes groeien op balen van gemalen eik, stro en water. Wie na een wandeltocht met niet meer dan zaklantaren de grotten bezoekt waant zich in de film Aliens als er in het donker ineens de vierkante balen met hun vreemde uitstulpingen opduiken. Je wordt er stil van want het is niet alleen bijzonder, het is er ook prachtig. De stilte wordt soms doorbroken door het geluid van een tractor die met kisten champignons ergens in de grotten naar boven rijdt. Waar het geluid vandaan komt weet je niet wat het allemaal voor een apart sfeertje zorgt in deze donkere wereld.
Naast de shiitakes groeien er in de grotten nog drie andere soorten: de in restaurants bekende Paris mushroom, de Blue feet en oesterzwammen. Van de laatste soort vonden we een grijze variant die veel sterker is van smaak en de gele soort die meer bloemachtig smaakt. Het rauw eten van champignons als je deze vers plukt geeft een veel fijnere en vooral pure smaak. Mijn favoriet blijft de shiitake die echt zeldzaam zacht van smaak is. Per maand komt er zo’n 3 ton aan ‘high quality’ champignons uit La Cave des Roches in Bourré, en met een gemiddelde prijs van 17 euro per kilo zit het hier met de verdiensten wel goed. De grotten zijn meer dan een bezoek waard en een rondleiding duurt in groepsverband ongeveer een uur.
Maar bij de champignons alléén blijft het niet. Vijftig meter onder de grond vind je er La Ville Souterraine de Bourré’, een ondergrondse stad uitgehouwen uit het zachte gesteente waarmee ook veel kastelen in de omgeving zijn gebouwd. Het ziet er bijna onwerkelijk uit en geeft je een gevoel alsof we zijn afgedaald naar een wereld die meer bestaat. De grotten en de verlichting maken het tot een bijzonder schouwspel. Wat de werkelijke gedachte is valt moeilijk te beschrijven maar La Ville Souterraineis volledig gemaakt met behulp van vrijwilligers en brengt je voor een deel terug naar de 19e eeuw.
