De Franse zuidkust is geliefd bij Nederlanders, die graag de Route du Soleil omlaag richting de Middellandse Zee nemen. Het uitzicht onderweg op gedroogde hooibalen in een gortdroog landschap en eindeloze velden zonnebloemen, de geur van lavendel in bloei en dat alles onder een heldere blauwe lucht, maken alleen al de reis uniek. Zuid-Frankrijk wordt niet voor niets ‘het zonnige zuiden’ genoemd. Hoge bergtoppen, diepe kloven, beeldschone stranden en lieflijke dorpen maken deze vakantieregio compleet. Er staat altijd een aangename briesje en het leven is er aangenaam en ontspannen, En zeg nou zelf, iedere dag witte wijn en Franse kaas zijn toch al voldoende redenen om deze roadtrip te willen maken?
Deze route door Zuid-Frankrijk is ongeveer 650 kilometer lang, maar begint al wel in het zuiden van Frankrijk en eindigt daar ook. De complete reis zal dus langer zijn. Zoals eigenlijk voor iedere reis, geldt ook voor deze roadtrip dat ‘ie nóg leuker wordt als je snelwegen vermijdt. Zo ontdek je zelf misschien nog wel veel meer leuke stops onderweg. Aan de Côte d’Azur, waar het behoorlijk heuvelachtig is, zijn de wegen het mooist. Bochtig en afwisselend, met vaak weidse uitzichten over het water. Maak zeker ook tijd voor een uitgebreide wijnproeverij. De Provence staat bekend om lekkerste rosé ter wereld, hoe lichter de kleur hoe lekkerder. Een overnachting in een wijngaard is dus een must.
▸ Tip: Bekijk de ultieme route in Zuid-Frankrijk hier in Google Maps
De Ardèche is geliefd om z’n uitzonderlijke, op-en-top Franse charme. Het is het perfecte startpunt van een roadtrip in Zuid-Frankrijk. In de Ardèche ontdek je oude kastelen, nog veel oudere grotten en hier en daar ruige landschappen, afgewisseld met snoezige dorpen. Een vakantieregio bij uitstek, die aan roadtrippers veel te bieden heeft.
De mooiste weg om te rijden in de Ardèche is de Gorges de l’Ardèche. Een mini-roadtrip van slechts 40 kilometer langs een verbluffend mooie kloof die begint in Vallon-Pont-d’Arc en eindigt in Saint-Martin-d’Ardèche. Langs de route vind je een stuk of tien mooie stopplekken, waarbij je de mooiste al vrijwel direct tegenkomt: Pont d’Arc, de beroemde natuurlijke boogbrug over de rivier Ardèche. Ook heel bijzonder is de stop Balcon des Gorges des Templiers, waar je waanzinnig uitzicht hebt op een meander in de rivier.
Waar de Ardèche ook bekend om staat zijn de talloze grotten, waar sporen teruggaan tot de prehistorie. Grotte de la Madeleine en Aven d’ Orgnac zijn de mooiste en absoluut de moeite waard om de auto voor te parkeren.
Een stuk of 100 Franse dorpen heeft het label ‘Les Plus Beaux Villages de France’ gekregen, die ze verdienen om hun uitzonderlijke schoonheid. Eén van die dorpen is Aiguèze, een middeleeuws pareltje, de schoonheid spat er vanaf. Het is heerlijk om door de eeuwenoude staatjes te lopen en te genieten op een terrasje. Het is een echt dorp en dus is het klein, maar toch weer leuk genoeg om je een paar uurtjes te vermaken. De perfecte tussenstop dus.
Onderweg naar het Franse zuiden heb je ‘m misschien al in je ooghoeken zien liggen: de Mont Ventoux. Met 1.909 meter is dit niet eens zo’n super hoge berg, maar het is wel de enige ‘pukkel’ van formaat in de Provence, daarom valt hij zo op. Het is een van de iconen van Frankrijk met een sterke aantrekkingskracht. Een uitstekende plek voor een volgende stop dus.
De mooiste plek om te verblijven als je de Mont Ventoux op wil is Vaison-la-Romaine, een beeldig, eeuwenoud stadje met een uitvoerige Romeinse geschiedenis. Er is tegen de rotsen omhoog gebouwd en dat maakt de aanblik op Vaison-la-Romaine prachtig.
Vanuit de dorpen Bedoin, Malaucène en Sault kun je aan de beklimming van de Mont Ventoux beginnen. De meeste mensen doen dat op de fiets. Zeker zo mooi is de wandeling naar de top die start vanaf Station du Mont Serein. Zo tegen het gouden uurtje, vlak voor zonsondergang, heb je bovenop het mooiste uitzicht.
De stad Aix-en-Provence voorbij rijden zonder te stoppen zou zonde zijn. Dat geldt ook voor het bijzondere bloemendorp Bormes-les-Mimosas, het zit zelfs al in de naam. Dit dorp is vernoemd naar de mimosa: goudgele bloemen die vanzelfsprekend rijkelijk te vinden zijn. De ligging is beeldschoon, het dorp is tegen een heuvel aan gebouwd, waarbij je uitzicht hebt op de Middellandse Zee. In de zomer is het een lust voor het oog om hier rond te wandelen. De oude straatjes zijn autovrij en je begrijpt meteen waarom dit óók een van de ‘Plus Beaux Villages’ is.
De roadtrip in Zuid-Frankrijk gaat verder langs de kust. Neem de kustweg D559 die parallel aan de Middellandse Zee loopt. Zo nu en dan zie je de zon in het heldere water schijnen. Het landschap aan de zuidkust is heuvelachtig en de wegen zijn verrassend mooi om te rijden. Hoewel de Côte d’Azur niet exact wordt afgebakend, is deze beroemde zuidkust ter hoogte van Bormes-les-Mimosas zeker wel begonnen. De Azuurkust loopt helemaal door tot aan Menton, waar pal naast de zee een van de mooiste grensovergangen ter wereld naar Italië ligt. In de zomermaanden is deze regio een van de fijnste plekken van Frankrijk, en ja, dat weten meer mensen. Hou je niet van drukte, dan kun je beter een ander seizoen kiezen.
Ook al zo mooi is de aanblik op Ramatuelle, een kleine plaats in de heuvels. Vanaf hier zijn de mooiste stranden van de Azuurkust binnen handbereik: Plage de Pampelonne en Plage de l’Escalet. Op Pampelonne vind je de hipste strandtenten van het land, met een Ibiza-achtige sfeer. Het zeewater is er kristalhelder en over het algemeen zeer kalm: prettig om te zwemmen dus.
Je kunt in deze omgeving ook een schitterende wandeling maken langs de drie kapen: Cap Lardier, Cap Taillat en Cap Camarat. Deze wandelpaden zijn onderdeel van Le Sentier du Littoral, een wandelroute van meer dan 200 kilometer langs de Franse kust, voor wie zo nu en dan ook de benen wil strekken tijdens het roadtrippen.
De binnendoorwegen naar Saint-Tropez, omgeven door pijnbomen, zijn een genot op te rijden. Saint-Tropez voelt werelds aan, maar is in feite een klein, gezellig dorp. Vergaap je aan gigantische jachten in de haven, drink je duurste kopje koffie ooit en sluit aan in de rij voor een flinke punt Tarte Tropezienne. Dit luchtige cake-gebakje met room ertussen is de lokale specialiteit en móét je proeven.
Iedere dinsdag en zaterdag is het markt in Saint-Tropez, een echte ‘happening’. Deze markt heeft – net als het stadje zelf – een zeer sterke aantrekkingskracht. Onder de platanen op Place des Lices is het een drukte van jewelste. Je koopt er vintage designertassen én sieraden voor een prikkie. Leuk om te ervaren, maar kom wel vroeg want het is bepaald geen geheim meer dat deze markt zó leuk is. Wandel zeker naar La Citadelle de Saint-Tropez. Vanuit dit oude kasteeltje heb je het beste uitzicht op het beroemde stadje, de haven én de helder blauwe Middellandse Zee. Vanuit de haven ben je er binnen tien minuten.
Een klein stukje verderop, in het idyllische Port Grimaud, waan je je voor heel even in Italië. En dat is niet geheel toevallig: dit stadje werd juist gebouwd met Venetië in het achterhoofd. In de avond eet je er pizza op een terrasje aan het water, onder een boogbrug, met uitzicht op mooi verlichte panden in lieflijke pasteltinten. De charme spat er vanaf.
Om de mooiste weg van Saint-Tropez naar Cannes te rijden, kun je op kustweg D559 blijven, die loopt via Sainte-Maxime, Saint-Raphaël en Théoule-sur-Mer. De snelweg is vanzelfsprekend veel sneller, maar zoveel minder mooi dat je niet eens zou moeten twijfelen. Het uitzicht onderweg is waanzinnig, waar je het ultieme roadtrip-gevoel van vrijheid ervaart zoals het bedoeld is. De zon glinstert op de Middellandse Zee en deze aanblik verveelt geen seconde.
Hier en daar kom je ook calanques tegen: inhammen in zee, omgeven door rotsen. Calanque de Maupas is prachtig. Een goede plek voor een picknick onderweg. Overigens liggen de mooiste calanques een eind verderop, tussen Marseille en Cassis.
De stad Cannes staat te boek als een van de meest luxueuze bestemmingen ter wereld, bekend om het jaarlijkse filmfestival, luxe jachten en de jetset-cultuur. Kijk je daar doorheen, dan is Cannes een toffe plek om te stoppen. Om door de oude straten van de aantrekkelijke wijk Le Suquet te slenteren bijvoorbeeld, of om te shoppen in Rue d’Antibes. Wandel zeker ook over Boulevard de la Croisette, waar je uitkijkt op wuivende palmbomen en statige herenhuizen. Of ga naar het strand, om te genieten van een salade met verse vis, met je voeten in het zand. Luxe en hippe strandtenten zijn er volop aan het ruim zeven kilometer lange strand van Cannes. Hoe dan ook: hier stoppen in een aanrader.
Een van mijn lievelingsplekken tijdens deze roadtrip in Zuid-Frankrijk is nu aan de beurt. Onderweg naar Nice doe je er goed aan om weer niet voor de kortste weg te kiezen. Deze kleine omweg is het namelijk meer dan waard. In de heuvels van de Azuurkust ligt een klein, beeldig kunstenaarsdorpje: Saint-Paul-de-Vence. Dit dorp ademt kunst en dat zie je overal: in ateliers, winkels en zelfs op straat. De oude straatjes, stenen huizen en knusse pleintjes met fonteinen zijn een kunststuk op zich. Het middeleeuwse dorp, volledig ommuurd, is nog volledig intact. Die authenticiteit is aanlokkelijk, je zult niet de enige zijn die ronddwaalt op dit mooie plekje.
Nergens anders aan de Zuid-Franse kust vind je een citytrip-waardige stad met ook nog eens een mooi strand. Nice is veruit de mooiste stad aan de Côte d’Azur. Voor een stop in deze stad kun je dus maar beter de tijd nemen. Er is veel te zien, van oude gebouwen, mooie pleinen, leuke boetieks en ontelbaar veel aantrekkelijke terrassen.
De oude stadskern wordt Vieux Nice genoemd en dat is ook meteen het mooiste deel van de stad. Het is heerlijk om er door de smalle, autovrije straatjes te dwalen. Je vindt er ook veel delicatessezaakjes met lokale lekkernijen. Vergeet ook niet om er een salade Niçoise met tonijn te eten, die natuurlijk nergens lekkerder smaakt dan hier. Wil je een mooi uitzicht over Nice? Neem dan de trap of lift omhoog naar La Colline du Château. Boven op de heuvel heb je het beste uitzicht over de stad en de Middellandse Zee en vind je een prachtige plek voor een picknick. Of neem een fles wijn mee om van de zonsondergang te genieten, met Franse kazen uiteraard.
De afsluiter van deze roadtrip in Zuid-Frankrijk is misschien wel hét hoogtepunt. Helder water, smalle doorgangen, prachtige uitzichtpunten en verborgen strandjes: de Gorges du Verdon is een regelrecht natuurwonder. Het is de bekendste kloof van Europa waar maar liefst 25 kilometer lang azuurblauw water doorheen stroomt. Miljoenen jaren heeft de rivier Verdon erover gedaan om nauwe doorgangen met steile rotswanden, die soms de 700 meter aantikken, te creëeren. Het resultaat is schitterend.
Via een waanzinnig mooie route – alles bij elkaar zo’n 60 kilometer – rij je over duizelingwekkende bergwegen en maak je verrassend leuke stops. Vanuit de auto overzie je de grootsheid van de Gorges du Verdon en dat is ronduit imposant. Van Castellane, een knus dorpje met schattige straatjes, rij je naar La Palud-sur-Verdon, waar de route pas echt begint. Vanaf dit bergdorp start de Route des Crêtes, de bergkamroute, een bochtige weg langs afgronden met op veertien punten een prachtig uitzicht. Via deze route zie je de kloof op zijn mooist. Met een beetje geluk krijg je de kans om gieren te bewonderen. Ze nestelen zicht in de steile rotswanden en laten zich vaak met tientallen tegelijk zien.
Moustiers-Sainte-Marie, het toonbeeld van de Zuid-Franse charme, is het feitelijke eindpunt van de Gorges du Verdon, maar er is nóg een plek die je niet mag missen: Lac de Sainte-Crox. Het is het bekendste punt in het hele Verdon-gebied, waar je vanaf Pont du Galetas de kloof in kijkt, en aan de andere kant uitkijkt op het meer. Na al talloze keren te zijn gestopt om van het uitzicht te genieten, is het ook hier weer indrukwekkend.