Alentejo heeft prachtige uitgestrekte wijnvelden, overheerlijke olijven, een fijn klimaat en lekker eten. Maar de regio heeft veel meer te bieden dan dat. Want dit deel van Portugal heeft prachtige middeleeuwse dorpjes en stadjes. Daar kun je uren rondslenteren, de mooiste souvenirs en de lekkerste delicatessen kopen. Dit zijn de drie mooiste plaatsjes om te bezoeken tijdens je trip in Alentejo.
Op maar tien kilometer van de Spaanse grens ligt het kleine middeleeuwse plaatsje Marvão. Het is misschien wel het allermooiste dorpje van Alentejo. Marvão is gebouwd op het hoogste punt van natuurpark Serre de São Mamede, op 860 meter hoogte. Daarom heeft het de bijnaam ‘adelaarsnest’ gekregen.
Zodra je door de hoge poort loopt en Marvão binnenkomt, begrijp je meteen wat deze plek zo bijzonder maakt. Wanneer je langs de prachtige stadsmuren wandelt, ga je terug in de tijd. De eerste verhalen over Marvão gaan dan ook eeuwen terug.
Een van de eerste bekende verhalen over Marvão komt uit de negende eeuw, toen de Moorse krijgsheer Ibn Marúan er onderdak kwam zoeken. Het dorpje heette toen nog Monte de Ammaia, maar na het bezoek van Marúan werd het naar hem vernoemd: Marvão. Omdat het dorpje op een strategisch gezien belangrijk plek ligt, hoog op een berg en vlakbij Spanje, heeft het vaak een hoofdrol gespeeld in militaire conflicten. Zoals in de onafhankelijkheidsoorlog, die van 1640 tot 1668 duurde. Niet voor niets is het hele dorp dan ook omringd met een meterslange stadsmuur, die nog steeds in tact is.
Nu is Marvão een slaperig dorpje met prachtige witte huisjes. Je kunt hier heerlijk door de straatjes zwerven en van de architectuur om je heen genieten. Ga af en toe eens bij een lokale kruidenier naar binnen om een praatje te maken en een souvenir te kopen. Maar het mooiste is wel om langs de stadsmuren naar boven te lopen en een bezoek te brengen aan Castelo de Marvão. Je kunt het kasteel al van ver zien liggen: op het allerhoogste punt van het dorp. De wandeling langs de stadsmuren omhoog is al prachtig, maar naarmate je verder komt, wordt het uitzicht steeds spectaculairder. Vanaf de torens van het kasteel kijk je over de hele omgeving uit. Bij goed weer zie je Alentejo liggen, maar ook Spanje. Een prachtige plek die je niet mag missen.
Een stad die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, is bijna altijd de moeite waard. Évora, de hoofdstad van de regio, bewijst dat maar weer eens. Deze verrassende stad heeft ongelooflijk veel historie in huis. Je vindt hier Romeinse ruïnes, voormalige paleizen en marmeren fonteinen. Maar ook de eeuwenoude universiteit.
Évora is een echte studentenstad. Als je tussen de witte huisjes en straatjes loopt, lijkt het af en toe net alsof je in een film van Harry Potter bent beland. Je komt overal jonge mensen in een zwarte capes tegen die vluchtig door de straatjes lopen. Het zijn de universiteitsstudenten, die uit traditie een zwarte cape te dragen. Het is een leuk gezicht tussen de historische gebouwen van deze oude plaats. Het studentenleven geeft het rustige stadje veel sfeer. Als je van historische gebouwen en bijzondere verhalen houdt, zit je goed in Évora. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan de kathedraal, een van de oudste en belangrijkste gebouwen van de stad. En loop vooral ook langs de unieke Romeinse Tempel van Diana. De tempel werd gebouwd in de eerste eeuw na Christus om keizer Augustus te eren en kreeg een plek op het belangrijkste plein van de stad. Je kunt er bijna niet omheen.
Maar de meest bijzondere bezienswaardigheid van Évora is wel de Capella dos Ossos, de Beenderenkapel, die in de São Francisco kerk is gebouwd. ‘De botten die hier liggen, wachten op die van jou’, is de tekst boven de ingang. In deze kapel is het behoorlijk griezelen. Het hele interieur, alle muren en pilaren, zijn bedekt met menselijke botten. Van armen en benen tot kaken en wervels: je herkent het allemaal. Alleen de venusheuvel is niet gebruikt. Het gaat in totaal om 5000 menselijke skeletten. Opgegraven van het plaatselijke kerkhof, rond de 16e eeuw. Het is een heel bijzonder gezicht, de bottenkapel, maar ook wel een beetje macaber. Na een bezoekje aan zo’n luguber gebouw, is het natuurlijk wel fijn om je even met luchtigere zaken bezig te houden. Gelukkig kun je in Évora leuk winkelen. Je vindt er veel kleine boetiekjes en mooie souvenirshops waar je leuke spulletjes voor thuis uit kunt zoeken.
Dit sfeervolle stadje uit de middeleeuwen ligt op een 425 meter hoge heuveltop van het gebergte Serre de Ossa. De stad is beroemd vanwege het marmer, omdat er in de omgeving veel marmergroeven liggen. Dat marmer zie je nog steeds overal terug in Estremoz. Je ziet het in de stoepen, de straatjes en in de huizen. De locatie van Estremoz, bovenop de heuveltop, is reden genoeg om een hoger punt op te zoeken. Ga bijvoorbeeld naar de plaatselijke poesada, een hotel in een oud kasteel, en neem de trappen in de torens naar boven. Je kunt er genieten van prachtig uitzicht over Estremoz en rest van de omgeving.
In Estremoz is weinig te doen, maar je kunt hier heerlijk een dagje rondwandelen zonder opgejaagd te worden door de vele toeristen. Geniet van de schattige witte huisjes met hun mooie balkonnetjes en van de aangename sfeer. Niemand in Estremoz heeft haast. De locals kletsen met elkaar op de pleintjes en bij de marktkraampjes. Overal zie je groepjes oude mannetjes die met z’n allen relaxen op een bankje en genieten van hun oude dag.
Doe als de locals en rust lekker uit bij een van de mooie fonteinen. Of koop lekkere delicatessen bij een van de kraampjes op het plein. Ze verkopen er kaasjes, ham en verse olijven in de beste marinades. Je kunt er ook leuke dingen kopen als riemen, sloffen van geitenwol of handschoenen van echt leer. Een heerlijk stadje om een dagje rond te hangen dus.