Als de zon schijnt is alles mooier, zo ook in Port de Sóller op Mallorca. De haven ligt er ineens veel fotogenieker bij dan gisteren, de mensen zijn vriendelijker en het is altijd tijd voor een ijsje. Port de Sóller is een perfecte plaats om te verblijven als je actief bezig wilt zijn, maar ook lekker naar het strand wilt. Het ligt zo’n vijf kilometer van Sóller, ook al zo’n fijne plaats midden in het gebergte van de Serra Tramuntana. Er rijdt een trammetje tussen deze twee plaatsen en er komen veel dagjesmensen genieten van alles wat de gezellige boulevard te bieden heeft. Er zijn veel leuke eettentjes met dito terrasjes, wij vonden Villa Luisa ontzettend sfeervol.
Samen met mijn tieners ging ik al eerder hiken op Mallorca, maar nu is het mooi en gaan we opnieuw op pad. De volgende hike die we doen loopt ook weer een stuk over de GR221, de langeafstandsroute van Port de Sóller naar Fornalutx. Het begint meteen goed met een slimme man die bij het startpunt van de route een kraampje heeft gemaakt en je vol enthousiasme een stuk sappige sinaasappel laat proeven en natuurlijk tevens versgeperst sinaasappelsap verkoopt. Voordat we begonnen zijn hebben we de eerste stop al te pakken. Vol vitaminen gaan we op pad en het valt meteen op dat het compleet anders is dan de dag ervoor, uiteraard speelt het weer mee maar ook de omgeving, de olijfboomgaarden hebben plaats gemaakt voor boomgaarden vol citroenen en sinaasappels. Volgens mijn jongste is dit veel meer wandelen in plaats van hiken. En ik snap wat ze bedoelt, niet zoveel klim- en klauterwerk maar ook stukken over kronkelweggetjes.
We wandelen verder en komen door het prachtige kleine stadje Sóller, dit roept om weer een stop! We strijken neer op een heerlijk terras op het plein. Het is er gezellig druk. De meeste toeristen verblijven aan de kusten en een mooie dagtrip is het beroemde treintje van Palma naar Sóller, dit treintje rijdt over een smalspoor dwars door de valleien en het gebergte van de Sierra Tramuntana. Een mooie tocht van 27 kilometer. De trein rijdt al sinds 1912, toen met citrusfruit en olijven uit de vruchtbare vallei, nu vijf keer per dag met toeristen.
Na deze stop pakken we de draad van de tocht weer op en we komen door prachtige gerestaureerde dorpjes met onuitspreekbare namen als Biniaraix en Binabassi. De vallei is schitterend en we lopen hoger en hoger en voordat we het weten staan we al in Fornalutx. We hebben inmiddels geleerd om eerst de bustijden goed te checken en zien dat er om 13.15 en 18.15 uur een bus gaat. Het is nu half drie. Dat heb je in de dorpjes waar de toeristen het nog niet hebben overgenomen en wat ik juist zo charmant vind. Lang leve de siësta, eerst heerlijk bijkomen op een zonnig terras. We wandelen nog wat door het fotogenieke dorpje wat eigenlijk geen straten heeft maar alleen trappen en bellen een taxi, deze keer komt ie wel gewoon op het afgesproken tijdstip, voor 16 euries zijn we weer terug in Port de Sóller.
De volgende dag proberen we alsnog naar Cala Deia te gaan, maar dan met de auto. Helaas kwamen we geen afslag tegen, achteraf lees ik dan weer dat je een afslag naar restaurant Lluc moet volgen. Tja, toen waren we al een half uur verder. Dan maar door naar een andere trekpleister: Valldemossa, ook vanaf hier kan je prachtige wandelingen maken, maar je moet niet overdrijven met de dames. We slenteren wat door de bloemenstraatjes. Het dorpje is beroemd omdat de componist Chopin een tijdje in het klooster verbleef samen met zijn vriendin, de schrijfster George Sand. Ook voor veel eilanders is het een dagtocht waard vanwege de geboorteplaats van de Spaanse heilige Santa Catalina. Op iedere gevel kom je een wel een tegeltje tegen met haar afbeelding.
Ook de tocht naar Port Valldemossa doen we met de auto en dat was een van mijn betere plannen. Wat een eng smal kronkelweggetje is dit, wat dan ook nog gedeeld moet worden met tegenliggers en de vele wielrenners om uiteindelijk beneden te komen bij een piepklein strandje, waar dan gelukkig weer wel prachtige foto’s gemaakt kunnen worden.
Het laatste bergdorpje wat op mijn verlanglijstje stond deze week is Banyalbufar, want hier zou ook een strandje met een waterval zijn. Rare combinatie maar goed, wel zo bijzonder. We lopen het lange super steile pad af richting strand en worden daar verrast met….niks, alleen zee en keien. Ik heb me niet geliefd gemaakt bij de dames omdat je ook beneden kon parkeren en wij weer helemaal terug naar boven moesten klimmen. Had moeders toch nog haar zin en een hike te pakken. Om het goed te maken trakteer ik onszelf op een lunch in restaurant Bellavista, iets boven het budget maar met een prachtig uitzicht over zee en meer dan heerlijk eten. Zo was iedereen ook weer blij.