Vandaag vieren de Amerikanen Thanksgiving, de belangrijkste nationale feestdag. Vandaag wordt even stilgestaan bij hoe dankbaar je moet zijn voor alle goede dingen in het leven. Amerikanen komen dan met de hele familie bij elkaar, vanuit het hele land (het is dus de afgelopen dagen héél druk geweest op de vliegvelden) om lekker te eten en te drinken. Eten speelt een belangrijke rol tijdens Thanksgiving, en het is met name kalkoen dat op tafel staat. Daarom wordt Thanksgiving ook wel Turkey Day genoemd.
Waar Thanksgiving een dag vol rust en gezelligheid is, is de dag erna dat absoluut niet. De dag na Thanksgiving is bijna iedereen namelijk vrij, en begint ook de uitverkoop. Je zou denken dat dat dus de perfecte dag is om lekker met de familie te winkelen, maar niets is minder waar. Black Friday staat bekend als enorme chaos, maar voor de winkeliers is het kassa…
Je moet je lange rijen voor de deur voorstellen, overvolle parkeergarages bij shopping malls, en in de winkels zelf is het ook puinhoop. Warenhuis Macy’s bij Penn’s Station in New York is de laatste plaats waar je morgen wilt zijn. Geloof me. Ik heb één keer Black Friday meegemaakt in Boston, en baal nog steeds dat ik daar geen foto’s van heb gemaakt. Mensen die vechten om spullen, schreeuwende mensen, verpakkingen en kleding op de grond… Je weet niet wat je ziet.
Winkeliers zorgen ervoor dat ze mensen wel naar de winkels willen komen, door producten tegen stuntprijzen te verkopen. Vooral elektronica en kleding is populair tijdens deze dag. Leuk weetje is nog wel dat de naam Black Friday is ontstaan uit de enorme winst die de winkeliers op deze dag maken. In de boekhouding staat alles in de min met rood, in de plus met zwart. Dan weet je ook meteen wie het laatst lacht als Black Friday is afgelopen.