Tijdens een rondreis door West-Amerika wordt je bucketlist met de dag korter. Las Vegas, San Francisco, San Diego en Los Angeles liggen allemaal op een paar honderd mijl van elkaar vandaan. En tussen deze metropolen in is er niets anders dan verbluffende natuur. Yosemite National Park, Death Valley en de Grand Canyon: je kunt het allemaal zien in een paar weken tijd. Drie of vier weken rondreizen door het zuidwesten van Amerika is een aaneenschakeling van hoogtepunten. Ik vond het een van de leukste reizen die ik ooit heb gemaakt – en jij hopelijk straks ook. Waar wacht je nog op? Let’s hit the road!
Bereid je voor op bigger, better, faster, stronger. Zodra je met je huurauto de snelweg in Amerika opdraait, voel je je klein. Pick-ups op gigantische rubberen banden rijden je aan alle kanten voorbij. Rondom de grote steden is het zoeken naar een plekje op de achtbaanswegen maar zodra je naar de grote stad kunt zwaaien in je achteruitkijkspiegel, worden de wegen smaller en wordt de omgeving indrukwekkender. Laat dat maar aan de Verenigde Staten over, om een onuitwisbare indruk maken.
Deze route neemt je mee naar vier imponerende wereldsteden en adembenemende natuurwonderen in de nationale parken in West-Amerika. Alle hoogtepunten komen voorbij. Het is misschien geen ‘originele’ route meer, velen gingen je voor, maar deze reis maakt zoveel indruk, dat je ‘m zeker een keer in je leven moet maken! Of ga – net als ik – meerdere keren terug.
Trek voor deze reis zeker zo’n drie weken uit, al is vier weken misschien nog beter. Dan heb je voldoende tijd om op je gemak te genieten van deze aaneenschakeling van hoogtepunten. Doe je deze hele route, dan leg je een weg van zo’n 3.500 kilometer af. Afhankelijk van welke stops je maakt. Tussen de stops door rijd je flinke afstanden, maar wel op een hele relaxte manier. Amerika is het perfecte land voor een roadtrip want ook onderweg verveel je je geen seconde. Je rijdt over brede, goed onderhouden snelwegen en de stops onderweg bij motels, diners en benzinepompen zijn een beleving op zich. Amerikanen zijn over the top maar altijd onwijs gastvrij, zeker voor reizigers die van ver komen. Trek voor iedere stop twee dagen en nachten uit, om niet te hoeven haasten en lekker ontspannen rond te kunnen reizen. Delen van de route overslaan kan natuurlijk ook.
▸ Tip: de ideale route voor een rondreis door West-Amerika vind je hier in Google Maps.
Je reis door de staten California, Nevada, Utah en Arizona.
Leuke en betaalbare slaapplekken vinden is hier geen enkel probleem. Reis je in het hoogseizoen, boek dan zeker je overnachtingen in en rondom de nationale parken. Ben je in de gelegenheid om de drukke zomermaanden te vermijden, doe dat dan ook. In het voor- en najaar is het vele malen rustiger, is het klimaat wat minder heet en dus wat aangenamer en heb jij de natuur voor jou alleen.
Voor 80 dollar koop je een National Park Pass. Bezoek je drie of meer nationale parken, dan is deze jaarpas al voordeliger dan losse entree. Doen dus, als je deze rondreis wil maken (te koop via de National Park Service).
De enorme contrasten die je gaat zien maken dit tot een pure droomreis die je ooit een keer in je leven moet maken. Deze reis heeft namelijk alles in zich: bruisende wereldsteden, natuurwonderen, ongerepte wildernis en wegen waar je je ogen uitkijkt.
Begin je reis in San Francisco, misschien wel de meest complete stad van de Verenigde Staten. Het wordt er nooit echt zomer of winter, temperaturen schommelen tussen de 10 en 20 ºC en iedere ochtend is de stad in een fotogenieke dikke laag mist gehuld. Er rijden nog ouderwetse cable cars en kleurrijke huizen uit het Victoriaanse tijdperk trekken veel bekijks, maar de rest van de stad is modern. Maak je klaar voor wat pittige beklimmingen. San Francisco is gebouwd op 43 heuvels en sommigen zijn zo steil dat je er nauwelijks tegenop kunt lopen. Laat je daar echter niet door afschrikken en huur een fiets om het lager gelegen deel van de stad te verkennen.
Ik vind dit een van de leukste steden van Amerika omdat San Francisco compleet anders is dan de rest. Het voelt enigszins Europees aan, misschien is het daarom wel zo’n fijne en leuke stad. En de zon schijnt er veel, dat werkt ook altijd mee.
Al fietsend over de Golden Gate Bridge, met uitzicht op de beroemde gevangenis Alcatraz, door China Town en door Lombard Street – een gekke weg met 8 haarspeldbochten – ontdek je de stad pas echt. San Francisco is een heerlijk, ontspannen stad en daarmee het perfecte begin van je reis.
▸ Hoteltip: mooie hotels in San Francisco zijn citizenM San Francisco Union Square en Palihotel San Francisco.
De meest kostbare schatten der natuur vind je in Yosemite National Park. Het grootste deel van het park is pure wildernis en kun je alleen te voet bereiken. Het is dan ook een gigantisch park om doorheen te rijden: kom je via de westkant (vanuit San Francisco dus) dan is het nog een klein uur rijden tot je bij de beroemde, mooiste plekken uit uitkijkpunten bent.
De Tioga Road die door het park loopt – en die ook meteen een van de mooiste wegen van de Verenigde Staten is – is van juni tot oktober geopend. Je kunt dus in de zomermaanden dwars door het park rijden, maar trek daar wel een paar dagen voor uit om te genieten van hikes langs hoge rotswanden en imposante watervallen. Er is echt veel moois te zien.
De beroemde rotsen El Capitan en Half Dome en de Yosemite Falls moeten op je must see-list. En heb je geluk, dan spot je ook nog een van de zwarte beren die hier wonen.
▸ Hoteltips: The Ahwahnee is een tophotel in Yosemite (niet ver van El Capitan). Of kies voor de Yosemite Valley Lodge, ook op een goede locatie.
In Kings Canyon & Sequoia National Park kijk je vooral omhoog. Reuzensequoia’s, gigantische bomen van wel 90 meter hoog, zijn de publiekstrekkers in dit werkelijk schitterend gedeelte van de Amerikaanse Sierra Nevada. Parkeer je auto, trek je wandelschoenen aan en duik de bossen in. General Sherman trekt de meeste aandacht: dit is niet de hoogste sequoia ter wereld, maar wel de meest omvangrijke. Zo’n grote boomstam heb je nog nooit gezien. En je krijgt ‘m haast ook niet op de foto.
Deze parken worden vaak overgeslagen, maar dat zou ik zeker niet doen. Vanuit Yosemite op de weg naar Death Valley kom je er bijna langs. Je hoeft er niet super lang voor uit te trekken, maar een (mid)dag wandelen tussen de reuzensequoia’s is zo leuk dat je het niet wilt missen. Zeker doen dus!
Death Valley is uniek in alle opzichten: het is de droogste, heetste en laagste plek van de Verenigde Staten. Er valt minder dan 5 millimeter regen per jaar en ’s zomers loopt de temperatuur op tot 48 ºC. Wie denkt dat de woestijn van Death Valley daardoor onvruchtbaar is heeft het mis: flora en fauna maken dit tot een imposant stuk natuur met meer dan duizend soorten planten.
Hoe extreem de omstandigheden in Death Valley ook zijn, het trekt een hoop nieuwsgierige reizigers aan. Sla zeker Racetrack Playa niet over: een fascinerende plek met een bijzonder verhaal. Op deze zoutvlakte vindt namelijk een geologisch mysterie plaats. Hier zijn stenen te vinden die uit zichzelf kunnen bewegen, zonder dat deze worden aangeraakt door mensen of dieren.
▸ Hoteltip: Een aanrader is The Inn at Death Valley midden in het park.
De snelweg door de woestijn van Nevada richting Las Vegas is een indrukwekkende weg om te rijden. Vanuit het niets doemt in de verte ineens de extravagante gokstad op en beland je in een spektakel van gigantische casino’s, fonkelend neonlicht, lichtshows, trouwkapelletjes en entertainment. Het gebeurt allemaal op The Strip, de legendarische hoofdstraat van Vegas.
Lees hier alle tips om te doen en zien in Vegas.
Maar deze waanzinnige stad is veel meer dan alleen casino’s: het is één grote attractie waar je geen seconde stil kunt zitten. Geniet in ieder geval een keer van de beroemde fonteinshow van het Bellagio en drink champagne in the High Roller, het op-één-na hoogste reuzenrad van de wereld. Een paar dagen Las Vegas kost energie, maar deze stad geeft je dat zeker weer terug in de vorm van adrenaline.
▸ Hoteltips: Een overnachting in het Bellagio of in MGM Grand is onvergetelijk. Twee tophotels in Las Vegas!
Een van de mooiste stukken op de route van deze roadtrip gaat door de Valley of Fire, op een uurtje rijden van Las Vegas. Het is een van de mooiste parken van West-Amerika om doorheen te rijden. Doordat het minder bekend is, is het er een heel stuk rustiger. De rotsformaties zijn uniek en de wegen erlangs en erdoorheen zijn zo mooi dat je iedere 100 meter wel zou willen stoppen voor een foto. Hier rijden is een feest. Hét moment van de dag is natuurlijk zonsondergang. Dan kleuren de rode rotsen nóg feller rood en lijkt het alsof het gesteente in brand staat – vandaar de naam Valley of Fire.
Na de drukte in Vegas is het tijd om weer tot rust te komen. En dat gaat vanzelf zodra je deze gokstad achter je laat. De breda wegen zijn rustig, heuvelachtig en hoewel het landschap onderweg nog niet spectaculair is, is de weidse blik wel heel prettig. Daarna wordt het mooier en mooier: vooral de weg vanuit Mt. Carmel Junction naar Springdale en Zion is sensationeel om te rijden.
Zion is mijn favoriete natuurpark in West-Amerika. Het is er prachtig en gezellig. Wat Zion National Park zo uniek maakt is Zion Canyon, een ravijn van 24 kilometer lang. De mooiste hike die je in Zion kunt doen neemt je mee door The Narrows, door de rivierbedding van Virgin River. Gigantische rotswanden omringen je en voor natte voeten moet je niet bang zijn. Je loopt namelijk dwars door de rivier, al kan de waterhoogte flink wisselen gedurende het jaar. Check voor je naar Zion reist alvast of The Narrows open is. Dat is namelijk niet ieder dag het geval.
Overigens is er nog meer te zien en doen: de hike naar Angel’s Landing is waanzinnig om te doen. En ook de Emerald Pools hike is heel tof. Deze geweldige ervaring wil je niet missen! Wil je wakker worden ín dit natuurparadijs, dan kun je ook een plekje op één van de drie campings in het park boeken.
▸ Hoteltip: Wij verbleven in La Quinta Inn in het plaatsje Springdale. Heel fijn hotel met mooi uitzicht. En vlakbij vind je ook leuke restaurants.
Je kunt je National Park Pass bij de hand houden, want er komt nóg een schitterend natuurpark aan. Bryce Canyon is een regelrecht wonder der natuur. Het is niet echt een kloof, maar een enorm gebied met ravijnen en grillige rotspieken. In allerlei puntige formaties steken ze omhoog. Ze worden ‘hoodoos’ genoemd, een cool woord voor onregelmatige rotsen.
Hier moet je wel te voet op pad: er zijn 15 hikes waar je uit kunt kiezen. Kort en lang. En je kunt zelfs te paard door het gebied trekken. Een hele mooie wandeling is de Navajo Trail. Niet zo lang (ruim 2 km) maar vooral heel mooi omdat je tussen de ‘hoodoos’ door loopt. Maar hét hoogtepunt is het Bryce Amphitheater: de allermooiste plek met uitzicht over de rode rotsen. Ga lekker aan de rand zitten en neem er de tijd voor: zoiets heb je nog nooit gezien.
▸ Hoteltip: De beste plek om hier te overnachten is de Bryce Canyon Lodge, die praktisch aan het Amphitheater ligt. Het is de enige overnachtingsmogelijkheid in het park zelf, overige accommodaties liggen buiten de slagbomen.
Tussen Bryce en de Grand Canyon – dus op de route van deze roadtrip – liggen nog een aantal plekken die een stop meer dan waard zijn. Lake Powell, Antelope Canyon, Navajo Canyon en Horshoe Bend. Allemaal té mooi om over te slaan. Opnemen in de route dus.
Dit stuwmeer is omgeven door schitterende rode rotsen. Hier moet je het water op om door de smalle kloven die door de eeuwen heen zijn ontstaan van dichtbij te bewonderen.
Een regelrecht natuurwonder: stap een smalle kloof binnen waar de zon via kleine openingen voor bijzondere lichteffecten zorgt.
Een indrukwekkende kloof in Lake Powell waar je met een rondvaartboot doorheen kunt. Veel leuker is om zelf het water op te gaan. Zo kun je een kano huren om door Navajo Canyon heen te peddelen en je kunt er zelfs ook suppen.
Deze beroemde plek herken je van foto’s. Horseshoe Bend is de plek waar de Colorado River een bocht maakt die van bovenaf doet denken aan een perfect gevormd hoefijzer.
Hoeveel foto’s je ook al gezien hebt van dit natuurfenomeen, er is niets dat ook maar in de buurt komt bij de werkelijke schoonheid van de Grand Canyon in Arizona. De kloof is immens, groter dan je je ooit had kunnen voorstellen. Gedurende miljoenen jaren kwam de aarde hier omhoog, waarna de Colorado-rivier dit meesterwerk der natuur mocht voltooien door de kloof nog dieper te maken. De Grand Canyon is 435 kilometer lang en varieert in breedte tussen de 15 en 29 kilometer.
Hoewel de kloof dus niet heel breed is, ben je met de auto uren onderweg om van de ene kant naar de andere kant te rijden. Met talloze mooie uitkijkpunten onderweg.
En toch is de beste manier om hiervan te genieten te voet. Dan heb je de tijd om di natuurgeweld goed op je te laten inwerken. Je kunt de Rim Trail doen, een wandelpad van 19 kilometer aan de zuidkant van de canyon, maar ervaren hikers gaan voor de South Kaibab Trail. Deze hike neemt je mee de canyon in en via een stijl pad daal je af naar beneden. Onderweg kom je langs de mooiste uitzichtpunten.
▸ Hoteltip:De tofste plek om te overnachten zijn deze glamping tenten aan de rand van de Grand Canyon: Under Canvas. Wel op tijd reserveren want je snapt dat deze plek geliefd is.
De meest gemoedelijke grote stad die je tijdens deze roadtrip door West-Amerika tegenkomt, is ook de meest zuidelijke. San Diego wordt meestal overgeslagen, maar dat zou ik zeker niet doen. San Diego ademt zon, zee en surf. Pacific Beach en Mission Beach zijn de twee tofste stranden van de stad en de Californische zon maakt iedere dag hier compleet. Als je érgens dat ultieme vakantiegevoel zult ervaren tijdens je roadtrip door de Amerika, dan is het hier in San Diego.
Sla ook zeker San Diego Balboa Park niet over, een 490 hectare groot cultureel complex met musea, parken, tuinen, theaters en restaurants. In dit prachtige minidorp vind je ook de San Diego Zoo, waar duizenden dieren (zelfs pandaberen!) wonen in één grote botanische tuin.
▸ Hoteltip: Een aanrader is The Atwood Hotel San Diego met een mooi zwembad.
Los Angeles is de perfecte laatste stop. Het wordt geen klassieke stedentrip en zonder auto ben je nergens, want deze stad is zó ontzettend groot en een typisch centrum ontbreekt. Duik in L.A. de leukste wijken in: ga op zoek naar het beroemde Hollywood Sign hoog boven de stad. Breng een bezoekje aan Hollywood Boulevard en de Walk of Fame. Maak een rondje door de villawijken Bel Air en Beverly Hills en spot celebrities op Ocean Drive.
Nog leuker is een middagje strand op Venice Beach en een wandeling over de beroemde pier van Santa Monica. Want als je op zoek gaat naar een van de populairste plekjes aan de westkust van Amerika kom je al snel uit bij de pier van Santa Monica.
Een aanrader is het Griffith Observatory, waar je uitzicht hebt op Los Angeles en de Hollywood Hills. ’s Avonds kun je hier door de telescopen naar de sterren kijken. Heb je zin om te winkelen of wat te eten in een leuk tentje, bezoek dan The Grove en Farmers Market, waar je meestal ook wordt getrakteerd op live-entertainment.
▸ Hoteltip: Een heel tof hotel is The Kinney – Venice Beach vlakbij het strand!
Los Angeles kan het eindpunt van deze roadtrip door West-Amerika zijn, maar dat hoeft niet. Je kunt ook de ‘cirkel’ rond maken door terug te rijden naar San Francisco, waar je begonnen bent. Vanuit LA kun je namelijk beginnen aan een van de mooiste wegen ter wereld: de Pacific Coast Highway.
Vanaf de pier bij Santa Monica kies je voor Malibu, waardoor je automatisch op de beroemde Highway 1 terechtkomt, waarvan een deel bekendstaat als de Pacific Coast Highway. Met rechts van je de groene heuvels van de Californische kust en links de Stille Oceaan rijd je in de richting van Santa Cruz. Onderweg kom je langs Venture, Santa Barbara, het Deens aandoende Solvang en het hoogtepunt van Highway 1: Big Sur. Dit natuurgebied is een ‘must-stop’, niet alleen vanwege de vele uitkijkpunten en de zeehonden en zeeleeuwen die je hier ziet, maar vooral vanwege de beroemde Bixby Bridge. Na de brug rijd je door naar Monterey, dat ook een stop waard is en waar je zeker Fisherman’s Wharf moet bezoeken.
De vrijheid van het roadtrippen, de waanzinnige landschappen onderweg en de bruisende steden die je tijdens deze reis tegenkomt maken dit een absolute bucketlist-reis. En die kun je natuurlijk zo lang – of kort- maken als je zelf wil.
Het is slim om het hoogseizoen te vermijden: dan is het vooral in de nationale parken heel druk. En warm: juli en augustus zijn de warmste maanden West-Amerika. Daarom is de beste reistijd mei, juni of september. Iets minder druk en mooi weer.