De stad Piran in Slovenië kun je gerust een van de best bewaarde geheimen van Europa noemen. Er zijn weinig mensen die Piran kunnen aanwijzen op de wereldkaart. En toch is het een van de leukste stadjes om te bezoeken. Niet zo groot, mooi om te zien en super gezellig.
Piran ligt in de golf van Triëst, verbonden met de Adriatische Zee, direct aan het water dus. De stad Venetië ligt er al het ware ‘om de hoek’. Op zonnige dagen kijk je er dan ook uit over de Italiaanse kust en kun je het mooie havenstadje Grado zien liggen.
De Venetiaanse invloeden zijn zichtbaar op straat. Je ziet er dezelfde dromerige pasteltinten als in Italië, en ook de bouwstijlen zijn vergelijkbaar. Het maakt Piran een zeer aantrekkelijk stadje om naar te kijken.
Een van de leuke dingen aan wandelen door dit stadje is dat het autovrij is. Dat maakt het straatbeeld mooier om naar te kijken en het is natuurlijk veiliger. Net buiten Piran kun je op verschillende plaatsen parkeren en het (gratis) pendelbusje naar de stad nemen. Voor het parkeren moet je wel betalen.
Omdat Piran zo compact is kun je vrijwel alles te voet doen.
Deze plekken mag je zeker niet missen.
Het Tartini-plein (in het Sloveens: Tartinjev trg) is een van de gezelligste plekken in het centrum van Piran, met leuke terrasjes en kleurrijke gebouwen. Midden op het plein staat een beeld van Giuseppe Tartini, een compinist die leefde in de 18e eeuw en die hier geboren is. En daar vind je ook het fraaie stadhuis: Občina Piran.
Plof neer op een van die terrasjes voor een cocktail of een glas Sloveense wijn. Weinig mensen weten dat Slovenië een écht wijnland is, en dat wil je zeker proeven.
Vanuit het Tartini-plein kun je de smalle straatjes in die het stadje zo leuk maken. In de oude middeleeuwse straatjes, met flink wat hoogteverschil, vind je verrassend winkels met kunst (niet te verwarren met de vele souvenirwinkels).
Je ziet ‘m bijna overal bovenuit steken: de klokkentoren van de St. George kerk. De kerk zelf is niet super bijzonder om te zien, maar de toren wel. En het leuke is dat je deze toren kunt beklimmen. Via 140 treden (en tegen betaling van een paar euro) klim je via een smalle houten trap omhoog, waarbij je ook langs de grote klokken loopt. Bovenop kijk je onder andere uit over het Tartini-plein, de kleine haven van Piran, ontelbare oranje daken en het water. Zo zie je ook dat Piran zeker geen vlakke stad is, de hoogteverschillen zijn goed zichtbaar.
Doe dat in het gouden uurtje, het uur voordat de zon ondergaat, dan heb je vanaf deze plek een prachtig panorama mét de zonsondergang.
Ook heel mooi is het uitzicht vanaf de oude stadsmuren. Als je de klokkentoren beklimt zie je ze liggen. Omdat de klokkentoren nog iets hoger ligt dan de stadsmuren, zou ik voor het uitzicht vanaf de toren gaan.
▸ Tip: mocht je om wat voor reden niet naar boven willen of kunnen lopen, dan is het wel de moeite om naar de kerk te wandelen. Deze ligt ook al wat hoger gelegen en geeft ook mooi uitzicht over het Tartini-plein en de haven.
Piran ligt aan zee. Slovenië heeft een super kleine kuststrook en weinig stranden – de kustlijn is slechts 46 kilometer lang. Maar er is wel een gezellig haventje te vinden. Hier vertrekken de vissersboten de zee op. En als ze terugkomen is dit ook de plek waar je direct van de vissers verse vis kunt kopen.
Vanaf hier vertrekken ook boten naar Venetië. De reistijd is ongeveer 2,5 uur. Je zou Piran dus ook heel goed met Venetië kunnen combineren.
Direct naast de haven ligt de boulevard met heel veel leuke restaurants. Het maakt eigenlijk niet uit welke je kiest, je hebt overal uitzicht op zee.
Er is één ding dat je niet mag missen in Piran en dat is de zonsondergang. Wandel over de boulevard naar Piranski svetilnik wandelt, een fraaie oude vuurtoren. In de zomer is het hier gezellig druk, met vooral ook veel kinderen die vanaf de boulevard het water in springen.
Vanaf de vuurtoren heb je het allerbeste uitzicht op een magisch mooie zonsondergang. Zorg dat je op tijd klaar zit. In de zomer zijn de beste plekjes zeer geliefd.
▸ Tip: wil je in de zomer zwemmen in Slovenië? Iets verderop ligt Mesečev zaliv (Moon Bay). Het is veruit het mooiste strand aan de Sloveense kust.
Zoek je nog een leuke plek om te overnachten, dan is het Barbara Piran Beach Hotel een goed idee. Dat ligt namelijk op de beste plek die je maar kunt bedenken: direct aan het water in een kleine baai waar je kunt zwemmen. Ik moet zeggen dat het hotel zelf niet per se heel bijzonder is, het is vooral de locatie die zo prettig is.
Via een stenen pad langs de rotsen aan de kust wandel je in een kwartiertje naar het centrum van Piran. De auto kun je gewoon bij het hotel laten staan, die heb je in de stad toch niet nodig. Houd er wel rekening mee dat het pad niet verlicht is, mocht je in het donker terug wandelen.
Piran is natuurlijk niet de enige reden om naar Slovenië te gaan. Het leukste is om hier een roadtrip te maken. Slovenië heeft zoveel mooie plekken, van knusse stadjes en idyllische meren tot een waanzinnige outdoor-regio met schitterende watervallen.
De leukste route voor een roadtrip door Slovenië heb ik al voor je uitgestippeld. Bekijk hier de route en de acht mooiste plekken onderweg! Piran is in ieder geval het allerbeste startpunt
