Nicaragua? Is het daar niet gevaarlijk? Nee hoor, het heeft een roerige geschiedenis, maar is inmiddels een veilig land, zelfs het veiligste van Midden-Amerika. Door dit hardnekkige vooroordeel komen er wel nog relatief weinig toeristen, maar daar zou wel eens snel verandering in kunnen komen. Het is namelijk echt een prachtig en veelzijdig land, met natuur, cultuur én avontuur, allemaal op een paar makkelijke uurtjes reizen van elkaar. Tel daar vriendelijke mensen en vriendelijke prijzen bij op en je weet dat je moet gaan. Nog niet overtuigd? Hier de hoogtepunten.
In een bijna rechte lijn door het land staan maar liefst 28 vulkanen, slapend en actief, in allerlei soorten en maten. Op de flanken van de Cerro Negro kun je op het zwarte zand naar beneden boarden, terwijl de Masaya constant rookt als je een rondje langs de kraterrand loopt. Het meest indrukwekkend zijn de twee enorme vulkanen die samen het eiland Ometepe in het meer van Nicaragua vormen. Om die spitse kratertoppen hangt vaak een wolk, maar als je geluk hebt zie je ze net even een momentje zonder. Pas op dat het geen obsessie wordt!
De Rio Coco is de langste rivier van Midden Amerika. Twee Tsjechische wetenschappers gingen in 2003 op zoek naar de oorsprong van de rivier en stuitte bij toeval op een enorme kloof vlak bij het dorp Somoto, in het Noordwesten van Nicaragua. De kloof is 3 km lang en op sommige punten maar een paar meter breed. Je kunt er in een paar uur helemaal doorheen, maar niet zonder te klauteren én te zwemmen. Dat maakt het een mooi avontuur in een prachtige omgeving.
Ja, het staat in elke reisgids over Nicaragua. Maar het is het ook echt de moeite waard om even naar de hele andere kant van het land te vliegen en daar de twee Caribische eilandjes aan te doen. De kleinste, Little Corn, is het meest idyllisch. Deze heeft prachtige verlate strandjes, verrassend lekker eten (kreeft!), een echt Caribische sfeertje en geen straten of auto’s. Maar ook de grote is leuk voor een dag of wat. Tip: ga kijken bij een honkbalwedstrijd!
Granada wordt wel de mooiste stad van Midden-Amerika genoemd en doet denken aan Antigua in Guatemala. In het centrum vind je overal prachtige gekleurde gebouwen, van die karakteristieke laagbouw die je herinneren aan het rijke koloniale verleden. Behalve je ogen uitkijken kun je er ook lekker eten, drinken en slapen en vormt het een fijne uitvalsbasis voor de omgeving. Gek op dit soort steden? Bezoek dan ook Leon in het noordwesten.
Het is niet echt een lekkere combi, maar het zijn wel drie karakteristieke producten uit Nicaragua. Flor de Caña is de plaatselijke rum en die is verbazingwekkend lekker en betaalbaar. Een fles goede oude rum koop je al voor een paar dollar. Verder is er een echte koffiecultuur in het land, wat voor ons Hollanders best fijn kan zijn. De koffie is van hoge kwaliteit en afkomstig van plantages uit het noorden, die je trouwens ook prima kunt bezoeken. En dan nog de sigaren. Ook die zijn van hoge kwaliteit, bijna net zo goed als de Cubaanse. In kleine fabriekjes in Esteli worden ze nog met de hand gerold. Leuk om ook eens zelf te doen!
De natuur van Nicaragua is indrukwekkend en veelzijdig. Het is een beetje te vergelijken met die van Costa Rica, alleen hoef je het met een stuk minder mensen te delen. Je hebt onaangetaste regenwouden, enorme meren en de eerder genoemde vulkanen. Je hebt de mooiste stranden, zowel aan de Caribische als de Pacifische kust (dit is surfers paradise) en je hebt echt overal wildlife. Van roofvogels tot gifkikkers en van brulapen tot nurse sharks, allemaal zonder al teveel moeite in het wild te spotten.
De beste tijd om naar Nicaragua te gaan is november tot januari, maar ook daaromheen kun je er prima rondreizen.
