Phillip Island is een klein eiland in Australië dat zo’n 140 kilometer van Melbourne afligt, richting het zuidoosten. Er wonen slechts zo’n tienduizend mensen op het eiland, dat voornamelijk een bestemming vormt voor toeristen. Ook kan er gesurft worden op Phillip Island. Daarnaast vind je er een race circuit.
Het strand bij Cape Woolamai, in het zuidoosten op het eiland, ziet eruit als een typisch zonnig oord: lichtgekleurd zand en een blauwe zee met weinig golven. Een ideale plek om bijvoorbeeld te lunchen of even uit te rusten tijdens een dag op Phillip Island. In de zomer zou je er natuurlijk een duik kunnen nemen.
Hoewel het strand fijn is, is het wellicht niet het meest spectaculaire deel van Phillip Island. Het eiland is speciaal vanwege de verschillen in de omgeving. Zo is er niet alleen een rustig strand, maar ook een wilder stuk natuur.
The Nobbies, in het zuidwesten op Phillip Island, ziet er wat minder lieflijk uit. Grote rotsblokken en wilde golven vormen hier het uitzicht, wat dan ook een plezier is voor het oog. Er zijn houten steigers aangelegd om veilig rond te kunnen lopen en het gebied van alle kanten te kunnen bekijken. Het uitzicht over de oceaan lijkt vanaf deze locatie oneindig.
Wat daar ook bij komt kijken, is dat je pinguïns kunt spotten. Overdag zitten ze meestal verstopt in de hutjes die langs de wandelpaden bij The Nobbies aangelegd zijn, maar als je geluk hebt kun je hier en daar een glimp van hun uitstekende snaveltjes opvangen. Als je hier komt met zonsondergang, komen de beestjes tevoorschijn.
Mocht je niet op het eiland aanwezig kunnen zijn met zonsondergang, wees dan niet getreurd. The Nobbies is niet de enige plek om Australische dieren te spotten op Phillip Island. Hoewel de wilde dieren wellicht wat lastig te vinden zijn, is er op Phillip Island een dierenpark. Daar kun je de dieren zelfs voeren.
De dieren in Phillip Island Wildlife Park leven natuurlijk niet echt in het wild, maar dat idee wordt wel overgebracht. Meer dan honderd verschillende diersoorten lopen hier los rond. Ze zitten niet in hokjes en als bezoekers loop je midden tussen de dieren. Bij de ingang ontvang je een zakje met speciaal voer, waarmee je ze kunt voeren. Vooral de kangoeroes komen hiervoor maar al te graag op je af, die lusten wel een hapje!