Waarom ga je naar Nepal? Is dat wel veilig? Een vraag die heel vaak voorbij kwam als ik aan mensen vertelde dat ik naar Nepal ging. Begin dit jaar had ik namelijk een ticket geboekt naar Delhi (India), met het plan om er nog een retourtje naar Kathmandu bij te boeken.
Nepal is getroffen door een zware aardbeving met de kracht van 8,1 op de schaal van Richter gemeten, zeiden de koppen van onze media in april dit jaar. Een grote ramp én echt het heeft mij ook diep geraakt. Mensen zijn hun huis kwijtgeraakt, of nog erger: hun dierbaren. En natuurlijk heb ik persoonlijk ook getwijfeld of ik nog wel moest gaan of moest uitwijken naar India. Want als je de media moet geloven is heel Nepal verwoest, dus wat heb je er als reiziger nog te zoeken? En een ramptoerist wil ik ook niet zijn.
Omdat ik zelf voor reisorganisatie Riksja Travel werk, hoor ik veel over wat er ter plaatse speelt op een bestemming. En zo sprak ik ook reizigers die terugkwamen uit Nepal en mij vertelden dat je nauwelijks nog iets ziet van de aardbeving, dat veel allang weer opgebouwd is. En dat heeft mij laten besluiten om wel te gaan. Plus dat ik ook vind dat een bestemming als Nepal juist nú de inkomsten van het toerisme nodig heeft voor wederopbouw. Een exportproduct heeft Nepal immers niet echt en het land is qua inkomsten erg afhankelijk van het toerisme. Geen toerisme in Nepal is eigenlijk een tweede naschok voor Nepal.
Maar wat mijn bevindingen nu echt zijn? Het epicentrum van de aardbeving van april 2015 lag op 80 kilometer ten westen van Kathmandu. De schok werd wel in heel het land gevoeld. Hoofdstad Kathmandu is inmiddels vrijwel opgebouwd, alleen zie je nog wel (als ik eerlijk ben) littekens bij plekken als Durbar Square en Boudhanath. Dat komt vooral ook doordat dit oude historische gebouwen zijn en dus niet stevig genoeg waren voor de heftige schokken, maar de restauratie is wel volop in werking. Dus niet gaan? Nee, gelukkig zijn er nog genoeg plekken in Kathmandu die absoluut de moeite waard zijn om te bezoeken, denk aan Patan, apentempel Swayambunth en Pashupatinath met de indrukwekkende crematie-ghats. En heb je alles gezien dan raad ik je aan te slenteren door de nauwe straatjes van de Thamel-wijk en de specialiteit van Kathmandu uit te proberen: momo’s. Ik was een grote fan! Deegflapjes gevuld met groente, vlees, kaas of soms kom je een andere verrassende vulling tegen.
Ook Bhaktapur, in de Kathmandu vallei, is zeker de moeite waard om te bezoeken, maar hier en daar zie je nog wat brokkelstukken. Ik wil namelijk wel eerlijk zijn. Maar ga jij alleen naar Kathmandu en Bhaktapur als je naar Nepal gaat? Nee toch? De meeste reizigers reizen dan verder door richting het oosten (Chitwan, Bandipur, Pokhara, een trekking in het Annapurna gebergte), en dit zijn plekken waar ik persoonlijk niets gezien heb wat nog mogelijk een restant kon zijn van de aardbeving. Je kunt nog prima met een kano varen door Chitwan National Park en op zoek gaan naar neushoorns, bergdorpen bezoeken en dagenlang trekken door de bergen, onderweg slapen in bergdorpen en aankomen op het hoogste punt bij Poon Hill. Het uitzicht is onbeschrijfelijk mooi. Kathmandu en vallei waren voor mij 3 dagen van mijn reis, van een totale reis van 3 weken.
Maar dan toch zijn hotels én restaurants leeg en blijken weinig reizigers naar Nepal te willen gaan. Ik vind het jammer. Want ik vind dat je prima kunt gaan en weinig nog ziet van de aardbeving op de toeristische route. ‘Heel Nepal is verwoest’, jammer genoeg blijkt dat nog steeds het imago te zijn. Maar ga je naar Nepal dan zal je zien dat dat niet zo is. Gelukkig is de Nepalese bevolking heel positief en gelooft erin dat alles goedkomt. En dan geloof ik ook. Gewoon gaan!
Geschreven door: Lisanne Sas, werkzaam voor reisorganisatie Riksja Travel. Zij reisde 3 weken door Nepal in oktober dit jaar.