Skibestemming Val Gardena ken je misschien wel, het is bekend van de legendarische skitour Sella Ronda. De vallei Val Gardena ligt in Zuid-Tirol, het Duits-Italiaanse deel van Noord-Italië. In deze vallei liggen een paar knusse, sfeervolle dorpjes: Selva, Santa Cristina en Ortisei (ook wel bekend als Wolkenstein, Sankt Christina en Sankt Ulrich). Het is een prachtig gebied om te skiën, met prachtige uitzichten, geweldige berghutten en fantastische afdalingen. Zeg maar gerust de parel van de Dolomieten!
Val Gardena is onderdeel van Dolomiti SuperSki, een gigantisch groot skigebied met meer dan 1.200 kilometers aan pistes. Die kun je natuurlijk niet allemaal in één wintersportvakantie doen, maar gelukkig heb je aan het skigebied van Val Gardena zelf ook al meer dan genoeg. Hier liggen 175 kilometer pistes op je te wachten, waarvan de meeste rood zijn en dus een gemiddeld niveau hebben. Voor de die-hard skiërs is er hier volop uitdaging te vinden, maar dit is eigenlijk een echte wintersportbestemming voor sportieve wintersporters, die tegelijkertijd stiekem ook bourgondiërs zijn. Want Zuid-Tirol staat garant voor eten in berghutten van hoog niveau!
Wat eigenlijk vrij snel opvalt als je hier gaat skiën zijn de rotspieken die je op verschillende plaatsen omhoog ziet steken. Het uitzicht is compleet anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk of Oostenrijk en dat is zeer prettig, zeker wanneer je in een stoeltjeslift zit en tijd hebt om lekker rond te kijken.
Hoewel Zuid-Tirol bij Nederlanders wat minder bekend is, kom je toch hier en daar wel een Nederlander tegen, die dan eigenlijk een beetje gepikeerd is omdat jij zijn geheimtip ook hebt ontdekt. En dat is denk ik het beste compliment dat een skigebied kan krijgen: dat iemand het zó leuk vindt, dat hij of zij het eigenlijk het liefst voor zichzelf wil houden.
Waar je in Oostenrijk of Frankrijk met je dienblad in de rij gaat staan tussen de middag, doe je dat in Italië echt compleet anders. Eten is hier niet zomaar een noodzaak, het is een hobby en een heerlijk moment van samenzijn. Italianen nemen ook tijdens de wintersport uitgebreid te tijd om te lunchen. Daarom is het misschien slim om de ochtenden wat langer te maken en de middagen wat korter.
Er zijn een paar berghutten die je niet mag missen, en één daarvan is de Sofie Hütte. De ligging is fenomenaal, want vanaf het zonneterras kun je op heldere dagen heel ver kijken. Bij de Sofie Hütte weten ze wel om te gaan met gastronomie: je komt hier niet zomaar voor een snelle hap, maar zit aan mooi gedekte tafels en obers komen met veel liefde voor wat ze serveren jou bedienen. Wil je echt iets bijzonders doen, ga dan voor een wijnproeverij met bijbehorende hapjes: ieder glas wordt geserveerd met veel kennis over de herkomst. De vis- en vleesgerechten die je erbij proeft maken het helemaal af.
Het enige nadeel is dat je eigenlijk een stukje moet skiën om weer terug in het dal te komen. Maar… als je gelukt hebt dan brengen de eigenaren je met hun sneeuwscooter naar een lift en hoef je je daar dus geen zorgen meer over te maken!
Oh, en neem ook even een kijkje in de wijnkelder van de Sofie Hütte (waar je bij slecht weer de wijnproeverij kunt doen). Een soort schatkamer gezien al die lekkere flessen die hier liggen.
Hoewel er veel lekkere afdalingen in het skigebied van Val Gardena te vinden zijn, moet je ook zeker een dagje inplannen om de Sella Ronda te skiën. Dat kun je op twee manieren doen: met de klok mee en tegen de klok in. Met de klok mee is dat ietsje pittiger dan tegen de klok in. Maak je het hele klokje rond, dan heb je er 26 kilometer opzitten, maar dat is dan wel zonder de liften. Reken je die mee, dan is de complete tour zo’n 40 kilometer lang. Dat kan je dus als je lekker gas geeft wel in een dagdeel doen, maar dan moet je wel in staat zijn om al die gezellige berghutten die je onderweg tegenkomt te negeren. En dat is bijna onmogelijk: doe je de Sella Ronda, maak er dan een lekker ontspannen dagje van en neem de tijd om ook neer te ploffen om te eten en drinken.
Een wintersport draait natuurlijk niet alleen maar om de dagen óp de berg, maar zeker ook om de gezelligheid zodra de zon onder begint te gaan. Het maakt gelukkig niet uit in welke van de drie dorpjes je je accommodatie hebt, want ze zijn allemaal in ieder geval vlak bij elkaar, maar ze zijn vooral ook nog eens allemaal super gezellig. Daaraan zie je toch weer heel erg duidelijk dat je hier in Italië bent: de mensen nemen de tijd om op hun gemak lekker te eten en drinken en lijken vaker te lachen. Of komt dat door mijn blonde haren?
In de vallei zijn de mensen vooral trots op hun houtsnijwerk en je kunt niet alleen op heel veel plaatsen authentieke houten spulletjes kopen, je kunt ook hier en daar een traditionele houtsnijder aan het werk zien.
Het is leuk om na het skiën door de dorpjes te wandelen. Zeker Ortisei heeft leuke winkeltjes om even binnen te kijken, niet alleen met kleding maar vooral ook met lokale specialiteiten. Een restaurant zoeken om alles wat je die dag verbrand hebt weer aan te vullen is geen probleem, er is genoeg!