Uitgestrekte wijnvelden en olijfbomen: het landschap van Alentejo verraad direct dat een culinair liefhebber hier goed zit. Deze regio in het zuidoosten van Portugal is ongeveer zo groot als Nederland en zit boordevol met culinaire verrassingen. Hier is zoveel lekkers te ontdekken dat het tijd wordt voor een kennismaking met de gastronomische kant van Alentejo.
Mijn culinaire reis begint in het prachtige middeleeuwse stadje Estremoz. Daar bezoek ik een Portugese pousada. In heel het land zijn de pousadas te vinden. Het zijn oude kastelen die zijn gerestaureerd en omgebouwd tot hotels en restaurants. Iedere Pousada heeft zijn eigen verhaal en zijn eigen geschiedenis.
Ik ga lunchen bij Pousada de Estremoz, een restaurant en hotel in een prachtig oud kasteel dat is gebouwd in de 13e eeuw. Koning Diniz liet het speciaal voor zijn vrouw, koningin Santa Isabel, bouwen. Tegenwoordig kun je er logeren in de antiek ingerichte kamers, rondhangen in de paleistuinen of uitrusten bij het zwembad. Vanaf de top van het hotel heb je een prachtig uitzicht over het hele stadje. Ik maak in de pousada voor het eerst kennis met de Portugese keuken. De kok bereidt een van populairste gerechten van Portugal: Bacalhau. Gedroogde kabeljauw met ei. Een heerlijke maaltijd die je zeker niet mag missen als je Portugal bezoekt. Maar eet er vooral niet te veel van: Bacalhau is heel vullend en als je niet oppast, heb je geen ruimte meer voor het toetje. Dat toetje is in Alentejo meestal encharcada. Een mierzoet puddinkje gemaakt van heel veel suiker en eigeel. De Portugezen zijn gek op dit nagerecht, maar onder toeristen is het minder populair.
Na een uitgebreide lunch en een middagje slenteren door de sfeervolle straatjes van het kleine stadje Estremoz is het tijd om het hotel voor de nacht op te zoeken. En waar kun je tijdens een culinaire trip nu beter verblijven dan in een wijnhotel? Om daar te komen rijd ik richting Monforte, ongeveer een half uurtje bij Estremoz vandaan. Als je door het rustige landschap buiten Monforte rijdt, kun je je haast niet voorstellen dat hier vlakbij, in the middle of nowhere, een super hip en splinternieuw wijnhotel staat. Toch is het niet gek dat het Torre de Palma hotel juist op deze locatie is gebouwd. Je kunt hier tussen de olijfbomen en wijngaarden tot rust komen en de tijd vergeten. Je hoort hier helemaal niets, kunt met een heerlijke wijn genieten van een prachtige zonsondergang en uitkijken over het landschap van Alentejo.
Het Torre de Palma hotel is nog maar net geopend. Begin april mochten de eerste gasten komen slapen. De echte ‘wine-experience’ die Torre de Palma haar gasten wil laten beleven, heb ik nog niet. Aan de wijnkelders wordt nog hard gewerkt en ook van de druiven van de gaard die naast het hotel licht, kan nog geen wijn gemaakt worden. Maar het restaurant belooft veel goeds. Daar kun je nu al heerlijk en verrassend eten en fijne regionale wijnen proeven. Niet alleen het eten en het drinken in het hotel is een beleving, ook de hotelkamers zijn super leuk. Je krijgt een klein appartementje met een eigen thema, zoals varkens, poppen of klokken.
Na een heerlijk ontbijt en een duik in het zwembad van Torre de Palma is het tijd om uit te checken en verder te reizen. Ik breng een bezoek aan Terrius, een lokale vereniging van jonge boeren. De groep ontstond drie jaar geleden. De ambitie van de boeren was om een agrarisch project op zetten dat gebaseerd is op eerlijke handel en eten. Inmiddels zijn zo’n dertig bedrijven aangesloten bij TerriuS en zijn de producten door het hele land te koop.
In Portagem heeft TerriuS een eigen winkeltje waar ik de producten kan kopen en proeven en waar ik uitleg krijg over hoe de boeren hun producten maken. De vereniging heeft met de lokale middelen inmiddels zelf veel nieuwe producten ontwikkeld, die heel leuk en lekker zijn. Ze maken bijvoorbeeld bloem van gedroogde appels of noten, waarvan je heerlijke taarten bakken. Ik probeer de pepermosterd, champignonkoekjes en tomaten tapenade. Alles is even lekker. Met volle tassen naar huis dus!
Ik zag het al toen ik met de bus door Alentejo reisde: dit is een echte wijnsteek. Tijd dus om eens een aantal wijnen uit de regio te proeven en meer over de druiven te leren. Dat kan in Évora, de hoofdstad van Alentejo en werelderfgoed. Midden in de stad zit een klein proeflokaal dat van Vinhos do Alentejo. Je kunt hier gratis de lekkerste wijnen van Alentejo proeven en leren over de lokale wijnen.
In de regio zitten ruim 260 wijnproducenten die bij elkaar bijna 22.000 hectare grond voor de wijnteelt bezitten. Ze maken voornamelijk rode en witte wijn van druivensoorten als Trincadeira, Syrah, Arinto en Rouperio. Rosé wordt veel minder gemaakt, want daar houden de Portugezen niet van. Als ik het bestel in een restaurant word ik dan ook raar aangekeken. Slechts 1,4 procent van de wijnproductie is rosé. Alle wijnen uit Alentejo hebben hun eigen karakter. Dat komt bijvoorbeeld door het mengen van druivensoorten en de verschillende grondsoorten waarop de druiven worden verbouwd: graniet, kristalheldere kalk, bruinrode mediterrane klei en leisteen.
Een bezoek aan Vinhos do Alentejo is ook heel leuk als je niet zoveel van wijnen weet. De kenners van het proeflokaal vertellen je alles wat je moet weten. Natuurlijk zal je tussen al die wijnen ook een favoriet vinden, waar je thuis ook nog eens van wilt genieten. Die kan je dan na afloop van de proeverij in het wijnlokaal kopen.
Ik kom tijdens mijn reis weinig verfijnde gerechten tegen. De keuken van Alentejo is vrij boers. De Portugezen houden van stevig eten. Dat is zeker ook het geval als het gaat om vlees. De Portugezen zijn bijvoorbeeld gek op varkensvlees. In bijna ieder restaurant kun je dat bestellen. Als je ervan houdt, krijg je vaak genoeg de kans om varkenswang of –poten te eten. En ondanks dat dit soort gerechten soms wat vet en veel zijn, wordt het altijd goed en met veel kennis bereid.
Nu ik mij een paar dagen heb ondergedompeld in het gastronomische Alentejo en de reis ten einde komt, is het tijd dat ik zelf in de keuken aan de slag ga om mijn eigen diner te maken. Om te leren hoe ik de gerechten zelf op tafel kan zetten volg ik in mijn hotel in Évora, het M’Ar de Ar Hotel, een kookworkshop van de chef-kok: António Nobre. En hoe kan het ook anders: we maken encharcada en varkensvlees. Hoe maak je een goede encharcada? Hoe zorg je dat je varkensvlees lekker mals is en hoe breng je de saus het best op smaak? Een erg leuke manier om de Portugese keuken ook van binnenuit te leren kennen. En, ik heb die avond heerlijk gegeten.