Bijna anderhalve meter hoog kan hij worden. Twee meter lang, vierhonderd kilo. Als hij wil kan hij zestig kilometer per uur rennen. En het gevaarlijkste van alles: hij is gewend om te knokken en voor niemand bang: de muskusos, de grote trots van Noorwegen. Want bijna nergens in Europa zijn ze nog te vinden. Alleen in Zweden lopen er ook een paar rond. Een dier dat je, wanneer je de kans hebt, in het echt moet zien!
Wij zijn in het Noorse nationale park Dovrefjell. Het park is de enige plek in Noorwegen waar muskusossen leven. Hier lopen zo’n 250 tot 300 wilde muskusossen rond. Zelf op zoek gaan naar de dieren is mogelijk, maar onverstandig. Daarom gaan we op muskusos-safari.
200 meter afstand
De safari begint met een ontmoeting met onze gids. Hij waarschuwt ons: als we de muskusossen straks hebben gevonden, moeten we op een afstand van 200 meter blijven. “Als je dichterbij komt worden de dieren gevaarlijk. Een muskusos wil namelijk niet gestoord worden. Hij ziet ons niet, want hij heeft hele slechte ogen, maar hij kan ongelooflijk goed horen en ruiken. Hij heeft het dus meteen door als er mensen in de buurt zijn.”
Als we op de hoogte zijn van alle gevaren rijden we het park in. De gids weet ongeveer waar hij de muskusossen kan vinden. “Ze lopen niet meer dan een kilometer per dag en ik heb ze gisteren nog gezien.” Een paar minuten later trapt hij op de rem en wijst hij naar de heuvels in de verte. “Zie je die kleine zwarte stipjes?” We moeten een paar keer kijken voordat we in de verte inderdaad iets zien bewegen. De safari kan beginnen.
Uitgestorven
We lopen door het prachtige heuvelachtige leefgebied van de muskusossen. Dovrefjell is een van de grootste nationale parken van het land. Het beslaat 1600 vierkante kilometer. Lange tijd waren er geen muskusossen in dit gebied. Vlak na de ijstijd stierven ze uit. Niet omdat de kou een probleem was, de kou kunnen ze uit, maar ze hadden niets meer te eten. De dieren stierven of trokken weg. In 1932 probeerden de Noren de muskusossen terug te krijgen in de natuur en importeerden ze de dieren uit Groenland. Maar tien jaar later sloeg het noodlot opnieuw toe. Het werd oorlog. De ossen werden neergeschoten en opgegeten. Na de Tweede Wereldoorlog was er in Noorwegen geen muskusos meer te bekennen en was hij voor de tweede keer uitgestorven. Opnieuw werden de dieren uit Groenland gehaald. Nu is de populatie aangedikt en lopen er in Dovrefjell een paar honderd rond.
Inmiddels zijn we een stuk dichterbij de muskusossen gekomen. We zijn nu op zo’n zeshonderd meter afstand. Er komen steeds meer ossen achter de heuvels vandaan. We zien er nu een stuk of zes. “Ze leven in een familie”, vertelt onze gids. Hij wijst naar het voorste dier. “De grootste is het mannetje. In de familie is maar plek voor één mannetje. Hij moet de leiding geven aan het gezin. Maar voordat hij de baas van een groep kan worden, moet hij er het gezin veroveren. Hij zal het moeten opnemen tegen het mannetje dat op dat moment het hoofd van de familie is. Ze moeten het samen uitvechten. Wie wint, mag het gezin hebben. De zwakste zal alleen moeten zien te overleven.”
Lunch with a view
We zijn nu op 200 meter afstand van de muskusossen. We zien hoe enorm ze zijn. De gigantische harige dieren staan rustig te grazen en lijken niet te merken dat we ze staan te bekijken. We mogen niet dichterbij komen. “Het zijn geen kwade dieren, ze willen alleen met rust gelaten worden”, zegt de gids. We gaan in het mos zitten en genieten van het uitzicht. De verrekijker wordt doorgegeven. Zo kun je ook de details van het dier goed zien. “Ze hebben allemaal hoorns, zowel mannetjes als vrouwtjes. Die van de mannetjes zijn een stuk groter. En kijk, de hoorns van dat jong daar zijn nog niet volgroeid.” De gids heeft broodjes en koffie meegenomen. Tijd voor de lunch, met het prachtigste uitzicht ooit.